Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Overwinterende meerkoeten in de stad

  •  
06-03-2016
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
474 keer bekeken
  •  
IMG_20160224_165527394.jpg

© Stadsecoloog Remco Daalder De meerkoeten uit het Oostzeegebied

De meerkoet is een veel voorkomende watervogel in Nederland. Hij is zo gewoon dat we er vaak niet bij stilstaan wat voor leven deze vogel leidt. Maar stadsecoloog Remco Daalder keek wel goed en ontdekte een groep meerkoeten die enkele duizenden kilometers vlogen om in de stad te overwinteren.
Drie leefstijlen
Remco Daalder, bekend van het boek de Gierzwaluw die in 2014 de Jan Wolkers Prijs won, is bezig met een nieuw boek en wel over de meerkoet. Bij zijn onderzoek ontdekte hij drie compleet verschillende leefstijlen bij de meerkoeten in Amsterdam in slechts tien vierkante meter. De zeer honkvaste Amsterdamse meerkoet die het hele jaar door in hetzelfde territorium verblijft met een vaste partner, en dus eigenlijk nooit vliegt. Hun hele leven kunnen ze op hetzelfde stukje gracht doorbrengen. Een tweede meer natuurlijke levensstijl van tienduizenden fourangerende meerkoeten op het Ijmeer die een volstrekt natuurlijk leven leiden met het eten van kranswieren en uitkijken voor de kiekendief. En een laatste groep van 50 exemplaren die naar de stad is gekomen om daar te overwinteren.
Slimme meerkoeten
De nieuwe 'overwinterende' groep is in Amsterdam-Noord neergestreken. Deze 'slimme' meerkoeten hebben duizenden kilometers afgelegd vanuit het Oostzeegebied om bij de pont naar Noord-Amsterdam de winter door te brengen en gebruik te maken van de stadse gemakken. Tienduizenden mensen passeren hier dagelijks en willen nog weleens iets te eten bij zich hebben. Maar hier zitten ze ook niet in het territorium van de meerkoet in de gracht, waar ze zouden moeten vechten. Een derde voordeel is dat ze geen (of minder) last hebben van roofvogels, zoals de meerkoeten in het Ijmeer. In maart vliegen ze weer terug naar de uitgestrekte moerassen van landen als Letland om in alle rust de zomer door te brengen, ver weg van de stad en mensen.
Verhaal over de meerkoet
Nienke van der Beek stuurde ons een mooi verhaal naar aanleiding van het bericht over de Poolse meerkoet gesignaleerd in Zwolle. Ze kreeg deze opdracht van haar docent van de Schrijvershoek in Apeldoorn. Zij was geïntrigeerd door deze koet en het onbekende verhaal. Hieronder het resultaat:
“Poolse bruid
Gezocht. Man, zwart, rode ogen, monogaam, West-Europees. Geen watervrees. Om nest te bouwen. Vaste verblijfsplaats een pre. Ik, iets opgezwollen. Eerder geringd. Snelle loper. Hou van uitdaging en lange reizen. Ik wacht…
Interesse? Antwoord briefnummer MKC18.
Zo is het allemaal begonnen. Hoop op beter. Ik was bereid alles achter te laten. Ik had ook eigenlijk niets.
Na 4 weken wachten kwam mijn broer aanrennen over het water. 
‘Fulica, Fulica, er is post!
Boven hem cirkelde een doodvermoeide duif. Ik riep naar de duif te landen in het water. Ze plofte neer op een verlaten nest. Om haar nek zat een briefje gerold. Snel pikte ik het open met mijn snavel.
‘Lieve Fulica, ik wil je ontmoeten. Ik heb een rijk leven hier bij mijn vijver. Alles is er, alleen jij ontbreekt nog. Kom Fulica, kom. Liefs, Atra’
Van vreugde rende ik drie rondjes over het water. Ik was gered. Ik kreeg enorme zin om te broeden, wilde weg, wel nu meteen. Gelukkig bezat ik niets dus ik hoefde niets te pakken.
Ik ging! Ik vloog, rende, liep, vloog weer, hele stukken. Onder mijn voeten voelde ik dat alles anders werd. Het water veranderde van koud naar lauw. De luchten waren grijs en werden blauw. Mijn lief kwam dichterbij en ik vloog op die gedachte. Ik droomde zijn gezicht. En ik was vederlicht.
Na 6 weken kwam ik aan. Uitgeput. Mijn linkervleugel was gehavend. Er waren wat veren uitgerukt tijdens een gevecht onderweg. Ik voelde mij moe. En trots. Zo trots. Ik ging op zoek naar Atra. Hij moest hier ergens zijn. Hij had gelijk gehad, wat een rijk leven kon je hier hebben. De zon scheen, het water krioelde van het leven. Hier moest ik zijn. 
Ineens hoorde ik wat. Een bekend geluid. Opspattend water. Kletsende pootjes. Klapperende vleugels. Ik keek op. Rode ogen. Daar was hij, Atra! Atra was niet alleen. Ik wel. Samen met zijn broers vormden zij een kring om mij heen. Ik kon nergens heen, gewond en vermoeid als ik was. Ze keken. Ze pikten. Ze duwden. Atra deed niets. Hij keek en keek weg. De zwarte vleugels begonnen weer te klapperen. Het water spatte op. Kletsende pootjes op het water. Weg. Weg van mij. Atra keek nog een keer om…”
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.