Gebrekkige handhaving van milieuregels biedt criminelen én bedrijven in Nederland volop gelegenheid om milieudelicten te begaan. De schade die ze daarmee veroorzaken is groot en "vermijdbaar", zo staat te lezen in het Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit. "We kunnen wel concluderen dat het plegen van milieucriminaliteit lucratief is, er volop gelegenheid is en dat de aanpak niet op orde is", schrijven de opstellers van het rapport.
Het dreigingsbeeld is opgesteld in opdracht van de Strategische Milieukamer. Daarin zitten onder meer topbestuurders van politie en justitie, diverse inspectiediensten en omgevingsdiensten. De voorzitter is Guus Schram, de hoofdofficier van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie.
Tijd voor verandering
Schram pleit voor verandering. "Opsporing en vervolging zijn te weinig slagvaardig, de opsporing is gefragmenteerd, vervolging en berechting duren te lang en de uiteindelijke sancties zijn vaker niet dan wel afschrikwekkend", somt hij de problemen op. "Grote vermijdbare milieuschade is het gevolg." Volgens de OM-bestuurder is "niet alleen meer capaciteit nodig, maar ook een andere aansturing en meer gebonden slagkracht voor een effectieve strafrechtelijke aanpak".
Dit is niet het eerste rapport waarin harde conclusies worden getrokken over de manier waarop de overheid de milieuwetten handhaaft. Ook de Algemene Rekenkamer en de commissie Van Aartsen waarschuwden de politiek dit jaar al dat die handhaving op allerlei punten tekortschiet. Zo ontbreekt het inspectiediensten volgens de diverse rapporten aan capaciteit, maar ook aan overzicht en gespecialiseerde kennis.
Mazen in de wet
Onder de noemer milieucriminaliteit valt heel veel, van fraude met afvalstromen of mest tot vervuilende activiteiten waarvoor geen vergunning is uitgegeven en illegale handel in wilde dieren. Dat laatste is "waarschijnlijk een factor in het ontstaan van epidemieën door zoönosen", aldus het rapport.
Om de situatie te verbeteren moet wet- en regelgeving worden verbeterd, zodat daders "minder gemakkelijk mazen in de wet kunnen vinden", zo staat in het dreigingsbeeld. "Ook kan gedacht worden aan het vergroten van de sociale controle, waarbij brancheverenigingen een rol zouden kunnen spelen." En het toezicht moet beter, want waar dat ontbreekt "kunnen overtredingen moeilijk uitblijven".