Opruimen slachtoffers vogelgriep "psychisch heftig"

Elk voorjaar is het een drukte van jewelste op het eilandje Bliek. Dan wordt er namelijk gebroed wordt door honderden paartjes kustvogels. Dit jaar was het er een stuk stiller; vogelgriep deed meer dan 2.000 dieren de das om. Wat kun je doen als boswachter? En wat doet zo’n uitbraak met je? Verslaggever Gert Elbertsen trotseert de woeste golven van het Haringvliet om met boswachter Merijn Loeve een kijkje te nemen bij Bliek.

In 2018 werd in het Haringvliet een eilandje van zo’n 150 bij 50 meter aangelegd. Het stukje land werd tot ‘Bliek’ omgedoopt en moest een waar El Dorado worden voor kustvogels. En dat werd het. Inmiddels weten talloze grote sterns, kokmeeuwen, zwartkopmeeuwen, visdiefjes en kluten het eiland te vinden. Ze broeden dicht op elkaar. Dat is veiliger tegen roofdieren, maar zorgt er ook voor dat vogelgriep goed kan verspreiden binnen de kolonie. Toen afgelopen jaar zo’n 2.000 grote sterns gingen broeden op Bliek, een record, hield Loeve dan ook zijn adem in.

Het gevreesde werd werkelijkheid; er werd vogelgriep vastgesteld in de broedkolonie. Loeve: “De horrorbeelden van al die stervende vogels gaan gelijk door je hoofd heen”. Een team ging wekelijks gehuld in witte pakken op pad en om zoveel mogelijk dode dieren op te ruimen. “Vorig jaar is uit onderzoek op onder andere Bliek gebleken dat opruimen helpt.” Toch blijft het een rotklus volgens Loeve: “Je ziet stervende beesten en jongen die geen ouders meer hebben, dat is psychisch best wel heftig”. 

Afgelopen jaar werden zo’n 1.100 grote sterns, 700 kokmeeuwen, 200 zwartkopmeeuwen en 180 visdieven opgeruimd op Bliek. Een enorme kaalslag, maar Loeve ziet ook lichtpuntjes: “We weten dat 500 tot 600 jonge grote sterns zijn uitgevlogen, dat voelt dan ook wel heel goed”.