Op weg naar duurzame palmolie
• 11-11-2008
• leestijd 2 minuten
Palmolie is een belangrijke grondstof: maar liefst 60 procent van de producten in de supermarkt bevat palmolie, van koekjes tot cosmetica. Helaas gaat de productie van palmolie in tropische gebieden hand in hand met grootschalige ontbossing. Reden waarom het WNF samen met producenten en afnemers de RSPO heeft opgericht: de Ronde Tafel voor Duurzame Palmolie. Deze maand arriveert het eerste schip met duurzame palmolie uit Maleisië in Nederland.
Voor de palmolie die onder de strenge voorwaarden van de RSPO is geproduceerd, is géén waardevol bos gekapt en is eerlijk onderhandeld over de grond met de oorspronkelijke eigenaren. Ook verdienen de werknemers een fatsoenlijk salaris en is kinderarbeid verboden.
De productie van duurzame palmolie staat nog in de kinderschoenen. De plantages waarmee de RSPO afspraken maakt, zijn een klein onderdeel van zeer grote bedrijven. Natuurlijk is het de bedoeling dat ook de andere vestigingen van deze bedrijven in de toekomst gaan voldoen aan de eisen van RSPO. Een bedrijf moet kortom het certificaat ‘duurzame palmolie’ wel verdienen. Zo mag er geen grond worden gebruikt voor olie-palmen waar sinds eind 2005 waardevolle bossen zijn gekapt. Op die manier wil de RSPO ontbossing voorkomen.
Streng controleren
Het Wereld Natuur Fonds vindt dat er voortdurend en streng gecontroleerd moet worden of de grote producenten zich wel aan hun woord houden. Door de explosief stijgende vraag naar palmolie, dreigt steeds meer tropisch bos te wijken voor plantages. Ook worden veengronden bewerkt, waardoor de waterhuishouding in een veel groter gebied ernstig verstoord wordt. Dat is desastreus voor de planten en dieren die er leven. Ook heeft ontbossing en het graven in veengronden grote gevolgen voor ons klimaat; de bossen kunnen geen dienst meer doen als ‘opslag’ van CO2 en uit de omgewoelde moerasgronden komt het broeikasgas methaan vrij. In totaal wordt 10 miljoen hectare land op de wereld voor palmolie gebruikt, maar dat cijfer stijgt snel.
Een goed begin
Het eerste schip met 500 ton duurzame palmolie arriveert eind november in Rotterdam. Een tweede en derde schip zijn onderweg. De olie aan boord wordt verwerkt in de producten die u in de supermarkt vindt. Het is een goed begin. Steeds meer afnemers, zoals Unilever en Albert Heijn, leggen vast dat zij over willen schakelen op duurzame palmolie. Unilever bijvoorbeeld, wil in 2015 alleen nog maar duurzame palmolie in haar producten verwerken. Dat is een goede stimulans voor plantages om te kiezen voor een verantwoorde werkwijze, en zich aan te melden voor het RSPO-certificaat.
WNF doet meer
Het Wereld Natuur Fonds is mede-oprichter van de RSPO, de Ronde Tafel voor Duurzame palmolie, maar probeert ook rechtstreeks de schade van palmolie-plantages te beperken. Op Borneo en Sumatra bijvoorbeeld, maakt het WNF afspraken met de eigenaren van plantages om corridors aan te leggen waardoor dieren van het ene naar het andere natuurgebied kunnen trekken. Dat is essentieel om voldoende leefgebied te behouden voor bijvoorbeeld de tijger. Ook voorkomt het WNF dat er illegaal wordt gekapt door afspraken met plantages.
Bron: WBF