Op safari door de Nationale Parken
• 11-09-2009
• leestijd 2 minuten
Deze week het Nationaal Park De Hoge Veluwe. Dit park is een golvende savanne van geel gras met een naam uit een ver verleden: ‘Val Uwe’, ‘het gele weiland’. Een weids, Afrikaans getint landschap bevolkt door grote wilde dieren. De lange heuvels zijn neergelegd door de grote gletsjers uit lang vervlogen ijstijden die er hopen zand, leem en keien achterlieten. De bossen, heidevelden, stuifzanden en savannes liggen er nog net zo bij als honderd jaar geleden.
Het park is uitgestrekt: 5400 hectare aaneengesloten natuur. En dit gebouw, Jachthuis Sint Hubertus, verklaart waarom dit gebied is gebleven wat het is. Het steenrijke echtpaar Hélene en Anton Kröller-Muller lieten de architect Berlage dit gebouw ontwerpen als centrum van hun jachtgebied: Begin 1900 hadden ze de gaafste stukken Veluwe gekocht!
Maar in de jaren dertig van de vorige was er ook sprake van een financiële crisis en het echtpaar moest het immense landgoed verkopen. Aan de staat. Voor 800.000 gulden. In 1935 werd het ondergebracht in de Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe.
Nu is het één van de gaafste natuurgebieden van ons land met prachtige landschappen en een enorme hoeveelheid dieren. voor wie goed kan kijken. Het is ook een park waar je grote wilde dieren kunt ontmoeten: Moeflons, wilde zwijnen, en het grootste landzoogdier in Nederland: het Edelhert. 200 kilo zwaar, met gewei soms meer dan twee-en-een halve meter hoog.
Aan het begin van het jaar werpen de mannetjes hun gewei af, wat tegen de herfst weer is aangegroeid, klaar voor het gevecht om de vrouwen. En dat is nu, half september tot eind okober. Eén van de hefstigste natuurspectakels ter wereld. En het valt gewoon bij ons in Nederland te beleven. In Nationaal Park de Hoge Veluwe. Voor wie avontuurlijk genoeg is om eens een afslag te nemen.