Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Op je buik de bunker in

  •  
14-01-2011
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
55 keer bekeken
  •  
blog_vleermuis1.jpg
Al 25 jaar inspecteert de Vleermuiswerkgroep AWD in de Amsterdamse Waterleidingduinen bunkers op vleermuizen, en met succes. Want de eerste telling in 1987 leverde 76 exemplaren op, de laatste in 2010 maar liefst 260. De talrijkste soort is de watervleermuis, maar ook de grootoorvleermuis en de franjestaart weten de militaire monumenten steeds vaker te vinden. En zelfs een enkele meer- en baardvleermuis overwintert er.
Het is januari 2011: tijd voor de jaarlijkse telling onder leiding van vrijwilligers Floor van der Vliet en Rogier Lange. Ooit begonnen als enthousiaste jongelingen, nu respectabele vijftigers met grijs haar, maar nog even enthousiast als in het begin. Samen met een stuk of zes medetelellers en wat pers verdelen we ons in twee groepjes, want er moet hard gewerkt worden. 
In 8 uur tijd (totdat het donker wordt) moeten er maar liefst 70 bunkers geinspecteerd worden en dat is veel werk, zeker met journalisten om je heen die je voortdurend lastigvallen met vragen.
Op het eerste gezicht zijn er helemaal geen bunkers te zien in de duinen, zo goed zijn ze verstopt onder zand en vegetatie. Maar Rogier kent het terrein op zijn duimpje en leidt ons deskundig naar de eerste bunker die geinspecteerd gaat worden: nr 119. Maar waar is de ingang? Toch niet dat kleine gat half onder de grond dat afgesloten is met een stevig luik en hangslot? Wel dus. Een van de tellers schuift met zaklantaarn in de mond op zijn buik door blad en modder het gat in om het luik open te maken en dat is zo te zien geen makkelijk klusje.  Maar het lukt, en daarna zijn wij aan de beurt. "Ehhh…. moet ik ook op mijn buik naar binnen?" Vraag ik nog tegen beter weten in. Ja dus. Gelukkig heb ik een oude broek en nylon jack aan, maar toch, als ik de natte aarde langs mijn benen voel schuren vind ik dat niet echt fijn…
En het is niet de enige bunker die  op die manier geinspeecteerd moet worden: allemaal zijn ze goed verstopt en hebben ze kleine luiken. Alles om zoveel mogelijk het wandelende publiek te ontmoedigen om naar binnen te gaan. Want vleermuizen in winterslaap, die moet je niet lastigvallen, ook niet door ons. We doen ons rondje van tellen, foto's maken en inteviewen zo snel mogelijk, maar desondanks begint één van de vleermuisjes verontwaardigd te knerpen. Gauw weg hier dus, terug op mijn buik door de modder, op weg naar een volgende bunker. Ondertussen is het zachtjes gaan regenen…
Maar wat we te zien krijgen maakt alles ruimschoots goed: watervleermuizen, franjestaarten en grootoorvleermuizen, veertien stuks al meteen in de eerste bunker. Ze hebben het hier duidelijk naar hun zin. En dat is goed nieuws aan het begin van het Jaar van de Vleermuis, door de Zoogdiervereniging in het leven geroepen omdat vleermuizen wel een extra steuntje kunnen gebruiken. Het mooiste moment komt als ik weer wegrijd naar Hilversum: plotseling sta ik oog in oog met een enorm damhert, het gewei fier omhoog, midden op de weg. Het dier taxeert me even rustig en besluit dan opzij te gaan, ik mag weer naar huis. Wat een mooie ochtend was dit weer.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.