Oostvaardersplassen niet ontzien bij nieuwe vliegroutes
• 14-12-2006
• leestijd 2 minuten
Natuur en Milieu Flevoland en Staatsbosbeheer vinden de nieuwe vliegroutestructuur voor luchthaven Lelystad, zoals deze dinsdag 12 december door het ministerie van V&W aan provincie Flevoland is gepresenteerd, een gemiste kans. De nieuwe routes zijn weliswaar een verbetering ten opzichte van de routes zoals ze voor de luchthaven zijn vastgelegd in de PKB 2004 van het Rijk. De nieuwe vliegroutestructuur is overzichtelijker en vermijdt stedelijk gebied. Maar ten onrechte zijn daarbij niet de Oostvaardersplassen ontzien. De mogelijkheden daartoe zijn volgens beide organisaties wel aanwezig. Staatsbosbeheer en Natuur en Milieu Flevoland vinden dit een grote omissie.
De Oostvaardersplassen is een gerenommeerd natuurgebied met een internationale status. Voor de natuur en voor de uitstraling van Flevoland onmisbaar. Dan is het een grote vergissing om de Oostvaardersplassen in de nieuwe vliegroutestructuur voor luchthaven Lelystad niet te ontzien. Immers het ontzien van stedelijk gebied betekent nu een afwenteling van lasten naar de Oostvaardersplassen. De vliegtuigen van het type Boeing 737 zullen dit internationaal beschermde natuurgebied op grotere hoogte kruisen dan in het vorige ontwerp, maar ze zullen het natuurgebied nog steeds op een hoogte van 1 kilometer passeren. Rust en stiltebeleving in het gebied worden hierdoor ernstig aangetast. Ook is nog niet met zekerheid vastgesteld dat de vliegtuigen op deze hoogte geen verstorend effect hebben op vogels en zoogdieren. In de Oostvaardersplassen leven een aantal zeer verstoring gevoelige vogels, zoals de zeearend die dit jaar voor het eerst succesvol heeft gebroed.
In de huidige vliegroutestructuur ontbreekt bovendien een goed alternatief, de zogenaamde Oostroute, die zowel stedelijk gebied als kwetsbare natuurgebieden ontziet. Staatsbosbeheer en Natuur en Milieu Flevoland kunnen en willen deze toenemende verstoring in de Oostvaardersplassen niet accepteren. Zij blijven aandringen op een onderbouwde beoordeling van de verwachte overlast en een verdere uitwerking van mogelijke alternatieven. Daarbij hoort ook het op een grotere hoogte brengen van de aanvliegroutes naar de luchthaven.