Ooievaar op flats en Ridderzaal

Niet in het Haagse Bos, maar wel eromheen, huist een bekende bewoner van Den Haag. Wellicht zelfs de belangrijkste ereburger van de stad – en dan hebben we het niet over de Koning en zelfs niet de Premier. De ooievaar, al eeuwen het icoon van de stad. Letterlijk, want hij prijkt op het stadswapen. En dat een verdient hoog bezoek.  

De ooievaar is inmiddels helemaal terug in Nederland, maar dat was vorige eeuw wel anders. Toen was hij door het gebruik van bepaalde insecticiden bij ons verdwenen. Na herintroductie is hij weer helemaal terug in ons land en dus in Den Haag.  

Niet zo gek, want dit is echt een vogel die mensen volgt. In deze stad zet Caroline Walta zich met de Haagse Vogelbescherming in voor indrukwekkende vogel. Rondom het Haagse Bos broeden de paartjes op flats. Hun nest ligt daar lekker warm bij de schoorstenen. “Geen paal maar een penthouse,” volgens Caroline.  

Rondom het Haagse Bos liggen oude weilanden van voormalige landgoederen. Hier zoeken de ooievaars hun maaltijd bij elkaar. “Het hoofdvoedsel zijn kleine eiwitrijke prooien die ze aan hun jong kunnen geven.” Regenwormen bijvoorbeeld of andere diertjes.  

Een ooievaar heeft niet veel te zoeken midden in het Haagse Bos, maar op het aangrenzende Binnenhof zou je hem nog wel eens tegen kunnen komen. Sterker nog, op een schilderij van de Hofvijver uit 1553 pronkt de vogel al op het stadswapen en boven op de Ridderzaal ligt zelfs een wagenwiel voor een ooievaarsnest. Ook toen zocht de ooievaar het al hogerop.