Onderzoekers: Beleid klimaatakkoord moet strenger
• 18-03-2016
• leestijd 2 minuten
Het klimaatakkoord van Parijs vereist een sterke aanscherping van het energiebesparingsbeleid, de grootschalige inzet van zonne-energie, windenergie en aardwarmte, maar ook van toepassing van biomassa en de afvang en opslag van CO2 (CCS). Het is echter niet meer genoeg om de CO2-uitstoot tot alleen nul terug te brengen. Het is ook nodig om CO2 actief uit de atmosfeer te verwijderen. Dat kan bijvoorbeeld door het gebruik van biobrandstof te combineren met CO2 afvang en opslag. Juist voor Nederland, met een grote energie- intensieve industrie, een grote transportsector en beperkte mogelijkheden op het gebied van hernieuwbare energie, is deze optie onmisbaar. Dat concluderen onderzoekers in een vandaag verschenen publicatie over de betekenis van de klimaatdoelstelling van Parijs.
Jaarlijkse uitstoot mag niet veel meer groeien
Een van de meest opvallende resultaten van de klimaattop in Parijs, is dat alle landen hebben erkend dat een wereldwijde temperatuurstijging van maximaal twee graden als gevolg van menselijk handelen te hoog is. De langetermijndoelstelling is aangescherpt tot “ruim beneden twee graden en streven naar anderhalve graad”. Om de doelstelling te behalen mag de toekomstige uitstoot niet meer dan 5 keer de uitstoot van 2016 bedragen. De wetenschappelijke conclusie is hierbij geworden: CCS en CO2 verwijderen uit de atmosfeer noodzakelijk.
Risico’s van biomassa en CCS beheersbaar
Er kleven risico’s aan grootschalige toepassing van zowel bio-energie als CCS, maar deze zijn met een grote waarschijnlijkheid hanteerbaar door scherpe eisen te stellen aan de duurzaamheid van biomassa en het ondergronds opslaan van CO2.