Uit recent vrijgekomen onderzoek blijkt dat het licht op boorplatforms op de Noordzee een negatief tot zeer sterk negatief effect heeft op 58 van de 120 vogelsoorten die over de Noordzee trekken. Van de naar schatting 50 miljoen vogels die over de Noordzee trekken worden maximaal 6 miljoen vogels gehinderd. Door de huidige verlichting te vervangen door groen licht kan het effect op vogels met 80 procent teruggebracht worden. De groene lampen worden echter niet gebruikt omdat groen licht sinds kort ook gebruikt wordt om landingsplaatsen van helikopters te markeren.
We zitten momenteel midden in de jaarlijkse vogeltrek. Zo’n 50 miljoen trekvogels van 120 vogelsoorten steken iedere herfst en lente de Noordzee over, migrerend tussen Scandinavië en de lage landen of Engeland en het Europese vasteland. Diverse studies hebben de afgelopen jaren laten zien dat de verlichting op boorplatforms op de Noordzee een negatief effect kan hebben op vogels. Bij bewolkt weer gedurende de nacht raakt het magnetisch kompas van de vogels ernstig verstoord door de verlichting op de platforms. Het is met name het rode deel van het uitgezonden spectrum dat de problemen veroorzaakt.
100.000 koperwieken
Door de lichtverstoring raken de vogels hun oriëntatie kwijt en kunnen ze gedurende korte of lange tijd (soms zelfs de hele nacht) om een platform blijven cirkelen. Vogels verliezen hierdoor energie, lopen vertraging op of sterven door uitputting of predatie. Het aantal vogels dat om een platform cirkelt kan sterk oplopen. De meest extreme waarneming is afkomstig uit een Engelse studie. In 2005 vlogen naar schatting 100.000 koperwieken rondjes rond 1 platform.
Worst-case scenario
Er staan honderden boorplatforms in de Noordzee. Door dit grote aantal komen de vogels tijdens elke oversteek, afhankelijk van de vliegroute, tot tien keer over of vlak langs een boorplatform. Er is echter nog veel onzekerheid over het precieze effect van de belichting. In opdracht van Rijkswaterstaat heeft het ecologisch adviesbureau Altenburg en Wymenga onderzocht of de conventionele belichting een significant effect kan hebben op vogels op populatieniveau.
Omdat het onmogelijk is om op zee slachtoffers te tellen is in de studie uitgegaan van een theoretische situatie dat elke vogel die om een platform gaat cirkelen uiteindelijk dodelijk zal zijn. Deze worst-case scenario is op zich irrealistisch maar geeft wel een goede indicatie voor de omvang van het probleem. Daarnaast resulteert het in een lijst van soorten die het meest kwetsbaar zijn en waarvoor aanvullend onderzoek nodig is.
Gedurende de herfst trekken 120 vogelsoorten over de Noordzee. Zes soorten mijden de platforms altijd en 42 soorten tolereren de platforms (lieten geen afwijkend vlieggedrag zien). De overige 72 soorten werden door het platform aangetrokken. Hiervan is er bij 58 soorten een negatief effect vastgesteld. 35 soorten vallen in de hoge risicogroep. Daarvan is vastgesteld dat ze langdurig rond platforms cirkelen (variërend van een uur tot de hele nacht) en/of er worden regelmatig dode vogels op de platforms gevonden. 23 soorten vallen in de lage risicogroep. Deze soorten cirkelen minder dan een uur lang rond een platform en/of worden niet regelmatig dood op een platform gevonden.
Vink, roerdomp en pijlstaart
Het aantal vogels dat door de platforms gehinderd wordt, komt in het niet-realistische worst-case scenario uit op 6 miljoen vogels tijdens iedere trek. Een significant deel van de vogels haalt hierdoor de overkant niet, maar de precieze aantallen slachtoffers zijn niet bekend. Ook wordt niet iedere soort even zwaar getroffen. De meest kwetsbare soorten zijn vink, roerdomp, pijlstaart, steenloper, waterral, veldleeuwerik, keep, wintertaling en smient. Zij laten in het worst-case scenario een extra sterfte van meer dan twintig procent zien door de boorplatforms. Daarnaast zijn er nog 13 soorten die op een extra jaarlijkse sterfte van meer dan tien procent komen. Ondanks dat de getallen in werkelijkheid lager zullen liggen is het waarschijnlijk dat zeer grote aantallen vogels hinder tot ernstige hinder ondervinden.
Uit een Engelse studie bleek dat van merels, kramsvogels, zanglijsters, koperwieken, spreeuwen en kepen de hoogste piekaantallen vogels cirkelend rond platforms werden aangetroffen in de periode 2000 tot en met 2005.
Oplosbaar probleem
Het probleem is vanuit technisch oogpunt oplosbaar. Philips heeft speciaal voor deze problematiek in de afgelopen jaren in samenwerking met de Nederlandse Aardolie Maatschappij groene lampen (ClearSky lampen) ontwikkeld met een laag aandeel van rood licht in het spectrum. In 2007 heeft de NAM een heel boorplatform in groen licht gezet. De diverse testen en flinke investeringen leverden veelbelovende resultaten op. Berekeningen laten een vermindering van 80 procent in het aantal vogelslachtoffers zien. Het groene licht is daarnaast ook prettig om in te werken en levert ’s nachts goed zicht op.
Ondanks het succes is het gebruik van groen licht stopgezet omdat tegelijkertijd helikopterpiloten wereldwijd afgesproken hebben groen licht te gaan gebruiken om hun landingsplaatsen te markeren. Als dan een heel platform groene belichting heeft, zijn de landingsplaatsen niet meer goed te onderscheiden. Er zijn aanwijzingen dat de ClearSky lampen toch voldoende onderscheidend zijn ten opzichte van de groene belichting die voor de landingsplaatsen gebruikt worden, maar er zijn nooit goede praktijktesten uitgevoerd.