Olga van Heukelom: Vreemde vogel?
• 26-08-2009
• leestijd 2 minuten
35 jaar geleden werd onze dochter geboren. Mijn man bekommerde zich niet veel om de babyuitzet en alle toebehoren. Dat was meer mijn afdeling. Wèl legde hij – nog in het ziekenhuis – een prachtig net echt bruin speelgoed konijn in haar wiegje. Bijna zo groot als ze zelf was. Haar eerste levensjaren was dit haar grootste vriend.
Heeft mijn man door dit knuffeldier te geven een zaadje van dierenliefde in haar geplant? Feit is dat de muisjes, cavia’s, konijnen en poezen – allemaal zielig en verlaten – haar jeugd en ons huis hebben gefrequenteerd. Op het moment heeft ze in haar eigen huis vier min of meer verwaarloosde poezen opgenomen en wandelt er door haar huiskamer een konijn dat een beetje de weg kwijt is.
Maar wat overkomt haar een maand geleden?
Op weg met de fiets naar onze boscamping in Emst waggelt voor haar uit een zwart beestje. Van links naar rechts. Is het een jong poesje? Fiets aan de kant, op de hurken. Nog voor ze zit loopt het beestje letterlijk in haar armen. Hij/zij blaft een beetje. Geen poes dus. Een half uur verder en gewikkeld in een overhaast uitgetrokken T-shirt, blijkt het om een wel heel vreemd beestje te gaan. Een boommarter. Nog een jonkie. Uitgehongerd en uitgedroogd. Na veel telefoontjes vindt zij de Stichting Opvang Noach in Halle bereid het beestje op te nemen en zij zullen de boommarter zo verzorgen dat hij straks weer in de natuur terug kan worden gezet.