Voor 1800 kwamen er op de Noordzee nog grote oesterbanken voor. Hotspots van biodiversiteit waar vissen paaiden en allerlei planten en schelpdieren een veilig heenkomen konden zoeken. Die banken zijn bijna allemaal verdwenen en de bodem is een kale zandvlakte. En daarom willen het Wereld Natuurfonds en ARK natuurontwikkeling die oesterbanken weer terug zien te krijgen.
Gekweekte oesters
Ook in de Zeeuwse Delta lagen op de zeebodem grote oesterbanken en er was een actieve oestervisserij. Allemaal verdwenen. Maar op één plekje zijn onlangs nog wat restanten van inheemse oesters gevonden. Daarbij lukte het oesterkwekers eindelijk voor het eerst om jonge platte oesters, zogenaamde oesterbroedjes, te kweken in een laboratorium. Notabene op de lege schelpen van de Japanse oester, een exoot die in Nederland voor consumptie wordt gekweekt.
Uitzetten in de Voordelta
Dit heeft geleid tot een project waarbij deze jonge oesters worden uitgezet in de Voordelta net voor de Oosterschelde kering. De bedoeling is dat deze kleine oestertjes uitgroeien tot grote oesters op de schelp, en zo weer riffen creëren. Oesters groeien namelijk eigenlijk op elkaar, en maken ze een rif. De laatste berichten zijn dat de oesterbroedjes aanslaan en dat we wellicht aan het begin staan van echte nieuwe oesterbanken.