Voor een leefbaar klimaat en milieu zijn bestrijding van milieuvervuiling en het beperken van de gevolgen ervan van levensbelang. Maar hoe meet je de effectiviteit van de genomen maatregelen? Aardobservatiesatellieten zijn daarvoor nuttig, zelfs noodzakelijk. Het gebruik van satellietgegevens voor het maken en evalueren van beleid op het gebied van luchtkwaliteit en klimaat is het centrale thema van het symposium “Ogen op milieu en klimaat”, op 7 november a.s. in Theater Concordia, Den Haag. U bent daarbij van harte welkom.
Nederland speelt op het gebied van aardobservatie een belangrijke rol. Zo bracht het Duits-Nederlands-Belgisch ‘SCIAMACHY’ instrument als eerste de wereldwijde luchtvervuiling in kaart. Toen bekend werd dat Nederland tot ’s werelds meest vervuilde gebieden behoort en de randstad vrijwel iedere dag het meest vervuilde deel van Nederland is, laaide de publieke en politieke discussie rond luchtkwaliteit boven Nederland in alle hevigheid op. De waarnemingen van SCIAMACHY werden in detail bevestigd door metingen van het nieuwe Nederlandse-Finse satellietinstrument OMI (‘Ozone Monitoring Instrument’), dat grotendeels door Nederland geleverd is. OMI is het eerste satellietinstrument dat op vrijwel dagelijkse basis de luchtkwaliteit wereldwijd kan volgen. De metingen boven Europa zijn sinds kort enkele uren na observatie op de KNMI website te zien, waarbij het mogelijk is de uitstoot van de verschillende steden te onderscheiden.
Beide instrumenten geven een nauwkeurig beeld van de samenstelling en kwaliteit van de lucht, stofdeeltjes, de dikte van de ozonlaag en broeikasgassen over de hele aarde. Dergelijke satellietbeelden zijn daarom van groot belang voor de totstandkoming van passend beleid om luchtvervuiling en klimaatverandering tegen te gaan.
Nederlandse instituten als KNMI, SRON Netherlands Institute for Space Research en het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR) spelen al sinds hun betrokkenheid bij de lancering van het ‘Global Ozone Monitoring Experiment’ (GOME) in 1995 een vooraanstaande rol bij het bewaken van onze atmosfeer door satellieten. Nederland heeft daarbij een uitstekende naam opgebouwd, zowel op wetenschappelijk als op industrieel gebied. Wat heeft deze betrokkenheid ons de afgelopen tien jaar opgeleverd? Op welke wijze kunnen de gegevens doorvertaald worden naar het Nederlandse beleid op het gebied van luchtkwaliteit en klimaat? Welke plannen liggen er voor de kennisinstituten en de Nederlandse ruimtevaartindustrie? Dit en meer wordt besproken tijdens het symposium “Ogen op milieu en klimaat”.
Symposium
Aardobservatie zal een belangrijk speerpunt van de Nederlandse inzet zijn tijdens de ministersconferentie van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Deze conferentie vindt plaats in december, onder Nederlands voorzitterschap. Als opmaat voor deze conferentie heeft het NIVR dit symposium georganiseerd, in samenwerking met SRON, KNMI en RIVM. Tijdens dit symposium staat de Nederlandse betrokkenheid bij de instrumenten GOME-SCIAMACHY-OMI centraal. Onder leiding van een deskundige dagvoorzitter gaan experts uitgebreid in op het nut en de noodzaak van de meetresultaten voor het Nederlandse en wereldwijde beleid ten aanzien van luchtkwaliteit en milieu. De dag zal worden ingeleid door de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, mevrouw Drs. Schultz van Haegen. De Directeur Generaal van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de directeur van het KNMI spreken over beleid, toekomst en bewaking van luchtkwaliteit. Vooraanstaande wetenschappers en professionele gebruikers van satellietgegevens presenteren hun visie. Ook zullen er recente resultaten gepresenteerd worden en zal zowel op de geschiedenis ingegaan worden als ook op de toekomst van het Nederlandse atmosfeeronderzoek. Daarna is er ruimte voor discussie.
Het symposium vindt plaats van 10:00-17:00 uur in het Concordia Theater, Hoge Zand 42, Den Haag. Voor meer informatie en aanmelding verwijzen we u graag naar de site van het
NIVR
.