Nieuwe mogelijkheden voor maaisel uit natuurterreinen

Er zijn veel mogelijkheden om maaisel uit natuurterreinen te gebruiken op melkveebedrijven. De betere kwaliteiten maaisel zijn te gebruiken als veevoer. Van de mindere kwaliteiten kan strooisel gemaakt worden. Dat blijkt uit de brochure ‘Strooisel en voer uit natuurterreinen’ van Wageningen UR Livestock Research.

Vier terreinbeheerders en zeven melkveehouders uit het westen van Utrecht onderzochten mogelijkheden om samen te werken bij het beheer van natuurterreinen. De betrokken terreinbeheerders waren in dienst van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Landgoed Linschoten. Verschillende mogelijkheden om het maaisel nuttig te gebruiken, zijn verkend en uitgeprobeerd.

Verschillende kwaliteiten maaisel
Door selectief te maaien of op te rapen kunnen de voer- en strooiselkwaliteiten worden gescheiden. Door het materiaal op het land te laten verweren of in de opslag iets te laten broeien, wordt het vochtabsorberend vermogen als strooisel verbeterd. Het strooisel is in onbewerkte vorm bruikbaar in potstallen en hellingstallen. Door het te malen in een stromolen tot een lengte van 1 à 2 cm is het ook bruikbaar als strooisel in ligboxen, ter vervanging van zaagsel. Het blijkt dat veel verschillende kwaliteiten maaisel te gebruiken zijn binnen melkveebedrijven.

Onbewerkt maaisel
Het maaisel in ongemalen vorm gebruiken als strooisel in ligboxenstallen is alleen goed mogelijk voor stallen met een dichte vloer en voorzieningen voor de afvoer van stromest. Ook moet hiervoor meestal geïnvesteerd worden in extra opslagruimte voor vaste mest. Bij bestaande stallen vergen dit soort aanpassingen hoge investeringen, die dan meestal niet rendabel zijn.

Proef bodem verschralen
Één melkveehouder is in overleg met Staatsbosbeheer een proef gestart om voormalige maïspercelen die in de toekomst worden ingericht als natuurterrein, versneld te verschralen. Dit gebeurt door er klaver op te verbouwen die stikstof levert. Dit gewas onttrekt fosfaat en andere mineralen aan de bodem. Het wordt afgevoerd en ingekuild als veevoer. Samen met de terreinbeheerder wordt onderzocht of dit een effectieve methode is om de bodem te verschralen.

Dit project kon uitgevoerd worden door financiële ondersteuning van: provincie Utrecht, Leader, Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Bron: Staatsbosbeheer.nl