IVN-natuurgids Michiel Sytsma ontdekte hem bij toeval: een nieuwe korstmossoort voor Nederland. Niet verborgen ergens in een natuurgebied, maar gewoon op een vijftal bomen langs de openbare weg tussen Veenendaal en Ede. Het gaat om een dooiermos, een soort die erg van ammoniak houdt. Omdat de weg waar de soort gevonden is Dragonderweg heet, heeft in overleg met korstmosdeskundige Laurens Sparrius de nieuwe soort de naam
dragonderdooiermos
gekregen.
Korstmossen zijn uitstekende indicatoren voor luchtvervuiling. In de jaren 50 werden deze organismen al op grote schaal ingezet om de effecten van zure regen op de natuur te meten. In die tijd gold: veel korstmossen = schone lucht. Halverwege de jaren 1990 zijn de effecten van zure regen (zwaveldioxide) merkbaar afgenomen. Vanaf die tijd wordt het aspect van de korstmossenbegroeiing op bomen vrijwel uitsluitend nog door ammoniak bepaald. De relatie veel korstmossen = schone lucht gaat echter niet meer op.
In de natuur- en milieueducatie wordt echter nog veel gebruikt gemaakt vanuit de oude gedachte dat korstmossen niet in de steden voorkomen, en dat leidt bij het uitvoeren van onderzoekjes dus tot onjuiste resultaten.