Biobrandstoffen verwoesten regenwoud

Milieudefensie en haar Indonesische partnerorganisatie WALHI lanceren 18 september een nieuwe campagne tegen de kap van het laatste regenwoud in Indonesië. Grote stukken bos worden daar in brand gestoken en gekapt voor de productie van palmolie. De palmolie wordt gebruikt in Europese auto’s als biodiesel. Nederland is de grootste investeerder van Europa.

Regenwoud wordt op grote schaal in brand gestoken voor de aanleg van palmolieplantages. Alleen al deze zomer waren er in Indonesië vele honderden bosbranden. Dit heeft als gevolg dat het regenwoud krimpt, de orang-oetan met uitsterven wordt bedreigd en lokale bewoners hun land en huizen verliezen. Daarnaast veroorzaakt de 'oerwouddiesel' drie keer zoveel CO2-uitstoot in vergelijking tot gewone diesel.  

In het vissersdorp Pungkat op Sumatra heeft een groot palmoliebedrijf met illegale vergunning het dorpsbos gekapt. De inwoners kunnen geen boten meer bouwen, hebben geen schoon drinkwater en de vis is grotendeels verdwenen. 

Campagne leider Rolf Schipper van Milieudefensie noemt de bosbranden geen natuurrampen: “De vernietiging van het regenwoud is het gevolg van Nederlands en Europees overheidsbeleid. De natuur en de mensen zijn de dupe. Milieudefensie roept de Europese Unie en de Nederlandse politiek op hier een grens te trekken en een einde te maken aan de bijmenging van voedsel zoals palmolie in diesel. Niet over een poosje maar zo snel mogelijk.” 

De Europese Unie neemt eind dit jaar een besluit over palmolie als grondstof voor biobrandstoffen in 2021-2030. In de voorliggende plannen van de Europese Commissie is nog ruimte voor palmoliediesel ondanks een brede oproep van het Europees Parlement om een eind te maken aan het gebruik hiervan. 

Bron: Milieudefensie