Nederlandse overheid te kwistig met emissierechten
• 19-01-2007
• leestijd 2 minuten
Stichting Natuur en Milieu is blij met het besluit van de Europese Commissie om het Nederlandse plan voor emissierechten af te keuren. 'De Nederlandse regering predikt forse investeringen in een beter klimaat, maar ondertussen strooit ze kwistig met gratis emissierechten', stelt Mirjam de Rijk, algemeen directeur van Natuur en Milieu.
De Europese Commissie heeft vandaag in Brussel het Nederlandse plan voor de toekenning van emissierechten voor CO2 aan de industrie afgekeurd. Nederland moet haar voorgenomen uitgifte van rechten korten met ruim 5 procent. Dit betekent dat Nederlandse bedrijven de CO2-uitstoot van ongeveer 2 miljoen personenauto's minder mogen uitstoten. Daarnaast mogen de Nederlandse bedrijven van de Europese Commissie minder emissiereductie in ontwikkelingslanden behalen dan de Nederlandse overheid had voorgesteld in haar allocatieplan 2008 – 2012.
De afwijzing van het Nederlandse allocatieplan door de Europese Commissie maakt duidelijk dat Nederland te veel uitstootvermindering wil halen in het buitenland via de zogeheten Joint Implementation en het Clean Development Mechanism (CDM). De Commissie wijst dit af en geeft hiermee een duidelijk signaal af dat Nederland meer in eigen land moet doen. De Rijk: 'Het is schandelijk dat in een rijk land als Nederland de binnenlandse CO2-uitstoot is toegenomen sinds 1990, het basisjaar van het Kyoto Protocol.'
Het officiële beleid van de Nederlandse regering, het zogeheten 50/50 beleid, waarin tenminste 50 procent van de reductie in het binnenland moet worden gedaan is al lang losgelaten en wordt steeds verder opgerekt.
Volgens Natuur en Milieu zijn er belangrijke argumenten voor een ambitieus binnenlands klimaatbeleid en is Natuur en Milieu daarom blij met de steun van de Europese Commissie. Deze argumenten zijn:
- Rijke landen zoals Nederland hebben in het VN Klimaatverdrag van 1992 en het Kyoto Protocol toegezegd meer te doen dan arme landen.
- Europa en Nederland zijn verslaafd aan energie en zijn in 2030 voor meer dan 75% afhankelijk van olie en gas uit onstabiele landen. Binnenlandse energiebesparing en inzet van duurzame energie kunnen ons juist minder afhankelijk maken van import.
- Alle duurzame energie en energiebesparing die we in Europa realiseren komt rechtstreeks ten goede aan onszelf door betere volksgezondheid en schonere lucht. Die dubbele winst moeten we onszelf niet ontzeggen.
Voor onze concurrentiepositie is het beter te investeren in een energie-efficiënte industrie in Nederland in plaats van in China.