Nederlander laat licht branden voor huisdier
• 12-07-2012
• leestijd 2 minuten
Nederlanders laten de gloeilamp definitief achter zich. Uit onderzoek van Stichting LightRec blijkt dat ruim acht op de tien Nederlanders het liefst een spaar- of ledlamp gebruikt in de woonkamer. Slechts 15% geeft nog de voorkeur aan het ouderwetse peertje. De keuze voor energiezuinige verlichting betekent alleen niet dat we ook altijd zuinig omgaan met ons licht. Zeker 63% van de Nederlanders laat het licht branden terwijl er niemand thuis is. En dat doet men niet alleen uit preventief oogpunt. Eén op de vijf laat een lampje branden zodat de kat of hond zich niet eenzaam voelt.
Inbraak
LightRec liet de gedragingen van consumenten onderzoeken rondom het lampengebruik, maar vooral ook met betrekking tot de verwijdering van lampen. Uit het onderzoek blijkt dat vier op de vijf Nederlanders in het donker lampen laat branden vanuit veiligheidsoverwegingen, bijvoorbeeld ter preventie van inbraak. Maar nagenoeg een even grote groep doet dit vanuit een gezelligheidsmotief, zodat er licht is wanneer iemand (anders) thuiskomt (51%), vanwege een huisdier (19%) of omdat het gezellig staat (8%).
Energiezuinig
Gelukkig is het lampje in het merendeel van de gevallen wel een energiezuinig exemplaar. Gemiddeld zes op de tien Nederlanders draaien het liefst een spaarlamp in. Deze lamp lijkt hiermee definitief te zijn doorgebroken in onze interieurkeuzes. In de woonkamer vinden consumenten sfeerverlichting daarnaast erg belangrijk, zoals kaarsen (22%) of sierverlichting (7%). In de slaapkamer maakt vooral het leeslampje overuren (28%).
Lampen vervangen is mannenwerk
De stichting ondervroeg Nederlanders naar de rolverdeling in het huishouden als het gaat om het vervangen van kapotte lampen. Energiezuinige lampen moeten gescheiden worden ingezameld. Toch verdwijnt er jaarlijks helaas nog een groot deel tussen het huisvuil. Uit de onderzoeksuitkomsten blijkt dat als de lamp uiteindelijk vervangen moet worden, Nederlanders tamelijk traditioneel zijn ingesteld. Mannen draaien hun hand niet om voor het wisselen van een peertje (91%), dit in tegenstelling tot vrouwen. Van hen vervangt nauwelijks de helft thuis een kapotte lamp (57%). Een kwart van hen gaat zelfs zo ver dat ze de lamp gerust enige tijd laten zitten totdat manlief of de partner een nieuw exemplaar heeft ingedraaid.
Lampaankoop
Het kopen van een nieuwe lamp is daarentegen niet specifiek een mannen- of een vrouwentaak. Beiden bemoeien zich graag met de lampenaankoop. Hoewel duurzaamheid wel degelijk een rol speelt bij de aanschaf, draait het keuzeproces uiteindelijk vooral om de prijs en functionele overwegingen, zoals de juiste lichtsterkte. Imagogerelateerde aspecten waaronder de voorkeur voor een specifiek merk, lijken maar nauwelijks effect te hebben op het koopgedrag.
Bron: ANP/Stichting LightRec Nederland