Nederland op achterstand
• 15-11-2009
• leestijd 2 minuten
Nederland loopt op alle fronten achter als het gaat om de mogelijkheden die de schone technologie-sector biedt. Het gaat dan om de productie van schone energie, energiebesparing en isolatie. In opdracht van het Wereld Natuur Fonds (WNF) analyseerde onderzoeksbureau Roland Berger de prestaties van ons land in vergelijking met de geïndustrialiseerde landen en de ontwikkelingslanden met een sterk groeiende economie. Nederland staat op plaats 17, achter landen als Belgie, Ierland, India en Slowakije. Denemarken staat op nummer 1. Oorzaken zijn onder meer het ontbreken van een consistente overheidssubsidie, het gebrek aan Nederlandse investeringen in schone technologie in eigen land en een verwaarloosde thuismarkt.
Het WNF-rapport Clean Economy, Living Planet geeft een overzicht van wat er in Nederland en in andere landen gebeurt op het gebied van schone technologie. Waar een land als Denemarken een bloeiende bedrijfstak en thuismarkt heeft voor windturbines, laat ons land het behoorlijk afweten. Het klimaat voor investeringen in schone industrie-takken blijkt onaantrekkelijk: in 2008 stegen de investeringen in Europa in schone technologie met 55 procent, maar in Nederland daalden deze investeringen juist met 34 procent.
De Nederlandse overheid steekt wel degelijk geld in de ontwikkeling van schone technologie, maar het WNF-onderzoek wijst uit dat dit niet op een consistente manier gebeurt. Zo wordt er bijvoorbeeld wel veel geld gestoken in onderzoek op het terrein van zonne-energie, maar ontbreekt steun in de fase waarbij producten ontwikkeld worden voor de markt. Bij windenergie, schone transportvormen of de ontwikkeling van bio-massa-installaties, is de overheidssteun evenmin in balans.
Een goed ontwikkelde thuismarkt is een voorwaarde voor de groei van schone technologie-bedrijven, zo blijkt uit het rapport. Voorbeelden zijn Denemarken (windturbines), Oostenrijk (zon-thermische producten), Duitsland (o.a. zonnecellen) en Brazilie (bio-ethanol-installaties). In ons land is er geen goede thuismarkt voor schone-technologieproducten, wat zich vertaalt in een achterhoedepositie bij de productie van schone energie en energiebesparing.
Het goede nieuws is dat 266 Nederlandse bedrijven die zich bezighouden met schone technologie zeer kansrijk zijn. Het onderzoek toont aan dat ons land de potentie heeft om zonder veel inspanningen in 2015 bij de Top 10 te horen. Dat zou niet alleen 8000 banen en een omzetstijging van 1,6 miljard euro opleveren, maar tevens een CO2-reductie van 130 megaton. Door verminderde uitstoot in eigen land, maar ook elders, door de toepassing van Nederlandse schone producten. Ter vergelijking: de huidige Kyoto-reductiedoelstelling voor Nederland is 20 megaton.
Nog afgezien van de economische winst, is er dus ook aanzienlijke winst te boeken voor het klimaat. Die kans moet ons land volgens het WNF benutten, gezien de ernstige klimaatverandering die gaande is. Het WNF benadrukt dat Nederland op basis van zowel welvaartsniveau als CO2-uitstoot per inwoner (7 op de wereldranglijst) de morele plicht heeft om de huidige achterhoedepositie op het gebied van schone technologie om te buigen naar een plaats bij de eerste 10.