In de omgeving van het Melickerven in nationaal park De Meinweg in Limburg is Staatsbosbeheer gestart met de aanleg van een nieuw vochtig natuurgebied. Deze werkzaamheden zijn onderdeel van een internationaal netwerk van vochtige ecologische verbindingen. Als een soort stapstenen worden zo in het hele grenspark Maas-Swalm-Nette vochtige natuurterreinen aangelegd en verbonden aan bestaande gebieden. De planten en dieren die daar leven kunnen zich dan beter verspreiden en zijn daardoor minder kwetsbaar geworden.
Het vernattingsproject wordt uitgevoerd op de graslanden en voormalige landbouwgronden, direct ten zuiden van het Melickerven. Op oude landkaarten uit eind 19e eeuw staat dit gebied aangegeven als een groot ven met moerassen, onderdeel van een groter 'Herkenboscher ven' aan beide zijden van de spoorlijn 'IJzeren Rijn'.
Een uitgebreid onderzoek naar de grondwaterstromingen geeft aan dat er in de winterperiode voldoende toestroming is van water uit omliggende hoger gelegen gebieden. Het knelpunt ontstaat ’s zomers, dan zakt het grondwater hier diep weg waardoor plassen en poelen droog komen te staan. Voor een aantal zeldzame planten en dieren is het gebied daardoor nu nog niet geschikt.
Op basis van de gegevens uit het onderzoek is een herstelplan ontwikkeld. Door plaatselijk de bodem te ontgraven wordt het maaiveld verlaagd en ligt daarmee dichter bij het grondwaterpeil. In een verlaagde slenk verzamelt het water zich in verschillende nieuwe vennetjes. Het schone kwelwater dat ’s winters toestroomt wordt beter in het gebied vastgehouden. Ook ’s zomers blijft het gebied dan langer vochtig. In het overige terrein wordt de voedselrijke bovenste laag van de bodem grotendeels afgegraven. Op de voedselarme en vochtige bodem die dan overblijft verwachten we binnen enkele jaren een aantal zeldzame plantensoorten terug zoals zonnedauw, moerashertshooi en moeraswolfsklauw. Ook libellen, kikkers, padden en salamanders profiteren van de ingreep. Grote aantallen waterinsekten leveren een belangrijke voedselbron voor tal van waadvogels. Vogelsoorten als plevieren, ruiters en snippen zullen het gebied dan ook snel ontdekken.
Dit project is tot stand gekomen door een intensieve samenwerking tussen Waterschap Roer en Overmaas, Gemeente Roerdalen, Grenspark Maas-Swalm-Nette en Staatsbosbeheer. Het werd realiseerd binnen het EU-programma INTERREG III-A van de euregio rijn-maas-noord. Het project wordt financieel ondersteund door het fonds voor regionaal ontwikkeling van de EU, de Provincie Limburg en de deelstaat Nordrhein-Westfalen.