Natuurmonumenten maakt zich sterk voor het afronden van de ecologische hoofdstructuur. Om natuur in ons land te behouden, is dit nog steeds hard nodig. De Haulerpolder in Friesland is daarvan het levende bewijs.
Waar vroeger landbouw prima samen ging met natuur, blijkt nu dat door verdere intensivering de landbouwgronden vrijwel geen ruimte bieden voor oorspronkelijke planten en dieren. Weidevogels als kievit en grutto nemen sterk in aantallen af en bloemrijke graslanden worden schaars. De toenemende vraag naar voedsel, werkt verdere intensivering in de hand. Om planten en dieren voldoende ruimte te geven om te overleven, blijft het nodig delen van het landbouwgebied optimaal in te richten voor de natuur. Het zijn de laatste plekken waar mensen nog kunnen genieten van weilanden met bloemen en baltsende weidevogels.
Groot contrast
"In de Haulerpolder kan iedereen met het blote oog zien wat de waarde van de Ecologische Hoofdstructuur is", zegt beheerder Johan van der Wal. "Natuurmonumenten beheert hier een natuuroase in de verder kale landbouwpolder. Het gaat ons niet om de grasopbrengst, maar om de natuur".
De waterstand wordt met stuwen hoger gehouden dan de omgeving. Doordat de natuurorganisatie het gras in de Haulerpolder pas eind juni maait, is het contrast met het landbouwgebied groot. "Het omliggende boerenland is eenzijdig, met vrijwel alleen Engels raaigras. Het wordt vaak gemaaid en heeft weinig natuurwaarden", weet Jan Mantel. Hij komt een tot twee keer per week in het gebied om de planten te inventariseren. "Vooral in het voorjaar is het verschil goed te zien. Dan kleuren pinksterbloemen, dotterbloemen en echte koekoeksbloemen het natuurgebied. Nu bloeit langs de slootranden de moerasspirea."
De weidevogels profiteren ook van het gevoerde beheer. In het natuurgebied broedden gelukkig nog grutto’s en kieviten in redelijke aantallen, evenals tureluur en watersnip.