Natuurmonumenten heeft met 21 boeren uit de omgeving van de Dintelse Gorzen (West-Brabant) overeenstemming bereikt over een vergoeding van 725.000 euro voor de overlast van distels. Het bedrag is gebaseerd op de kosten die de boeren sinds 1993 hebben gemaakt om de distel van hun akkers te verwijderen. Met deze schikking is een einde gekomen aan een juridische procedure die jarenlang sleepte.
Distel verdwijnt vanzelf
Natuurmonumenten koos er in 1993 voor om de distels in de Dintelse Gorzen niet te gaan maaien, omdat de plant dan vanzelf verdwijnt. Juist als je hem maait, komt hij steeds terug. De akkerdistel is een zogeheten pionierplant, die verdwijnt als andere planten zich vestigen. En inmiddels zijn er ook nauwelijks nog plekken waar distels groeien.
Bovendien zou er gemaaid moeten voordat de akkerdistels gaan bloeien in juni. Dat zou betekent hebben dat er tijdens het broedseizoen gemaaid moest worden. Dat wilde Natuurmonumenten niet.
Verordening overtreden
Door niet te maaien, heeft Natuurmonumenten wel jarenlang de zeer strenge distelverordening van de provincie Brabant overtreden. Deze verordening bepaalt dat er geen enkele akkerdistel tot bloei mag komen. Boeren in de omgeving stapten daarom naar de rechter om schadevergoeding af te dwingen. Nadat duidelijk is geworden dat de boeren de juridische procedure zouden winnen, is besloten om tot een schikking te komen. De hoogte van het bedrag is vastgesteld door onafhankelijke deskundigen.
Andere regels nodig
Natuurmonumenten heeft besloten om in de toekomst pas van verordeningen af te wijken als de overheid daarvoor officieel toestemming heeft gegeven. Intussen gaat de vereniging zich inzetten voor wijziging van de Brabantse distelverordening. Natuurmonumenten vindt het onverteerbaar dat zo’n verordening de bescherming van de natuur in de wielen rijdt. De praktijk in andere provincies laat bovendien zien dat het niet nodig is. Drenthe kent bijvoorbeeld helemaal geen distelverordening, terwijl die van Zeeland alleen geldt voor een strook van maximaal dertig meter naast landbouwgronden. Natuurmonumenten ziet het liefst dat er een landelijke regeling komt, die het mogelijk maakt de doelen van het natuurbeleid na te streven.