Vroeger was rietsnijden productie draaien, tegenwoordig zijn riettelers natuurbeheerders. Het doel van het nieuwe rietsnijden: de soortenrijkdom in onder meer de Weerribben behouden en zelfs vergroten.
Voor 1 april moet iedereen klaar zijn met z’n werk, dan kunnen de roerdomp, de purperreiger en het baardmannetje in alle rust broeden. Zonder natuurlijk rietland beheer – lees: productie draaien om zoveel mogelijk riet te verkopen – zouden de roerdomp, de grote vuurvlinder en de purperreiger een stuk slechter af zijn. Om de soortenrijkdom in de Weerribben op peil te houden, biedt onder meer Staatsbosbeheer cursussen natuurlijk rietlandbeheer aan riettelers aan. Ze mogen in het vroege voorjaar riet blijven maaien, maar houden ook rekening met de natuur.
Grote vuurvlinder
Egbert Wolter ter Meer heeft zo’n cursus gedaan. In de praktijk betekent het onder meer dat hij niet meer al het riet wegmaait om vogels een schuilplaats te gunnen. Daarnaast maait hij om de waterzuring heen, want de met uitsterven bedreigde grote vuurvlinder legt hier haar eitjes op. Waterriet is belangrijk voor de purperreiger: als ze haar nest in het water kan maken, kan de vos haar moeilijker aanvallen. Oud riet laten staan is ook belangrijk om luwte te creëren in het gebied. Vlinders profiteren daar bijvoorbeeld van. Natuurlijk rietlandbeheer betekent minder rietproductie, maar riettelers worden daar financieel voor gecompenseerd.
Ter Meer: ‘Sinds er natuurlijk rietland beheer wordt bedreven is de natuur er erg op vooruit gegaan. Vooral voor planten is de Weerribben een uniek gebied. Er komen ook bijzondere moerasvogels voor. Hun hebben roofvogels als vijand, dus riet is voor hen een belangrijke schuilplaats.’