Er is een markt voor natuurbegraafplaatsen in Nederland, constateren William van der Veen en Meintje Jonkman, studenten Tuin- en Landschapsinrichting bij Van Hall Larenstein. Uit hun afstudeeronderzoek blijkt dat de natuurbegraafplaats zowel bij burgers als natuurbeheerders nog onbekend is. Maar zodra mensen bekend raken met het fenomeen, ontstaat er interesse. Aanbod is er daarentegen nauwelijks.
Nederland telt één echte natuurbegraafplaats, in Limburg. Op een natuurbegraafplaats worden mensen op milieuvriendelijke wijze begraven in een groene omgeving. Een natuurgraf wordt niet gemarkeerd door de traditionele grafsteen, maar door een boom, zwerfkei of een kunstwerk van natuurlijke materialen. De natuurbegraafplaats is ontstaan in Groot-Brittannië, waar deze vanaf 1993 als woodland burial, green cemetery en eco cemetery zijn intrede deed. Inmiddels zijn er meer dan tweehonderd natuurbegraafplaatsen in Groot-Brittannië.
Van der Veen en Jonkman hebben de mogelijkheden voor natuurbegraafplaatsen in Nederland op een rijtje gezet, in opdracht van adviesbureau Genius Loci, dat adviseert over de inrichting en het beheer van begraafplaatsen. Uit het onderzoek blijkt dat bijna niemand van de 184 respondenten ooit eerder had gehoord van natuurbegraven. Toch zegt bijna 55 procent dat het idee hen aanspreekt, vooral vanwege de gedachten erachter van ‘milieubewust begraven’, een ‘laatste rustplaats in de natuur’ en van het leveren van een bijdrage aan de ‘vorming van nieuwe natuur’. Een kwart van de respondenten geeft aan waarschijnlijk of zeker voor natuurbegraven te willen kiezen, terwijl een derde het niet weet.
Van der Veen verwacht dat bij een grootschalig marktonderzoek zal blijken dat er nog meer mensen warmlopen voor natuurbegraafplaatsen. ‘Het marktonderzoek is niet representatief omdat we onze eigen zakelijke en privénetwerken uit het noorden en noordoosten van het land voor hebben ingezet. Mensen op het platteland zijn traditioneler, daarom denk ik dat er in de Randstad bijvoorbeeld meer interesse is voor natuurbegraafplaatsen.’
Natuurbeherende organisaties zijn ook onbekend met het fenomeen, zo bleek uit de enquête die de studenten hielden bij Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, SBNL, Landschapsbeheer Nederland en de provinciale landschappen. ‘Opvallend was bijvoorbeeld de reactie van Landschap Overijssel, die totaal niet bekend was met het onderwerp maar er nu, naar aanleiding van ons onderzoek, in wil duiken’, schetst Van der Veen.
De standpunten die de organisaties innemen, variëren sterk. De één wil er wel mee aan de slag, terwijl de ander geen rol voor de eigen organisatie ziet bij de aanleg en exploitatie van natuurbegraafplaatsen. Van der Veen merkt op: ‘Er zit totaal geen lijn in. Bij de meeste organisaties ontbreekt beleid, alleen Staatsbosbeheer heeft tot nu toe beleid op papier gezet.’
SBNL, de stichting voor particulier en agrarisch natuurbeheer, heeft als enige al plannen voor een natuurbegraafplaats, bij het Groningse Reiderwolde. Van der Veen ziet ook mogelijkheden voor gemeentelijke natuurbegraafplaatsen. ‘Het is een kwestie van tijd, voordat er meerdere natuurbegraafplaatsen worden opgericht.’