Op 21 april lanceert Naturalis het Evolutie MegaLab
Een Europees wetenschappelijk onderzoek naar de evolutie van de tuinslak waaraan het publiek mee kan doen. Vanaf 10.00 uur vindt er een slakkenzoekactie plaats in de museumtuin door een gemengd gezelschap van scholieren, biologen en museumbezoekers.
Alle achtertuinen en parken van Nederland worden een megagroot laboratorium waarin evolutie ‘live’ te volgen is. Door de kleuren van slakkenhuisjes in te voeren op de website van het Europese onderzoek
www.evolutionmegalab.org
, worden ze opgeslagen en vergeleken met historische gegevens uit dezelfde omgeving. De deelnemer krijgt meteen te horen of er sindsdien wel of geen evolutie heeft plaatsgevonden. Hoe meer mensen meedoen aan het onderzoek, des te meer gegevens er verzameld worden voor betrouwbare resultaten.
De huisjes van de tuinslakken hebben verschillende kleurpatronen. Verschillende kleurpatronen bieden camouflage in verschillende leefgebieden, zodat ze minder snel worden opgegeten door roofdieren zoals lijsters. De kleur van het huisje bepaalt ook hoe gevoelig een slak is voor temperatuur: hoe lichter het huisje, hoe beter de slak bestand is tegen hitte. Onder invloed van klimaatsverandering en veranderingen in de lijsterstand zouden de kleurpatronen veranderd kunnen zijn. In de laatste 60 jaar zijn er meer dan 8.000 historische gegevens van de tuinslak verzameld en online beschikbaar. Door die gegevens te vergelijken met alle waarnemingen die in dit Darwinjaar worden verzameld, is het mogelijk om te meten hoeveel invloed het veranderende milieu heeft op de natuur en de evolutie van de tuinslak.
Ben jij een slakkenexpert?
Er is een lesprogramma voor basis- en voortgezet onderwijs, maar ook buiten school om kan iedereen meedoen. Een slakkenzoekkaart, te downloaden van
www.naturalis.nl/megalab
, helpt bij het vinden van de juiste slakkensoorten en het onderscheiden van de verschillende kleuren. Bij het inloggen op de onderzoekssite doet elke gebruiker eerst een quiz om een slakkenexpert te worden.
Waarom de tuinslak?
De landslak Cepaea is bij uitstek geschikt om evolutie in de natuur te kunnen demonstreren aan scholieren en het grote publiek. Aan de kleuren van de huisjes is de erfelijke variatie duidelijk zichtbaar en er is bekend waardoor natuurlijke selectie plaatsvindt. Cepaea nemoralis en Cepaea hortensis (respectievelijk de gewone tuinslak en de witgerande tuinslak) zijn algemene soorten in heel Europa. Ze zijn tamelijk groot (het huisje is zo’n 25 mm in diameter) en opvallend gekleurd (de huisjes zijn geel, roze of bruin) en getekend (met geen, één, twee, drie, vier of vijf zwarte spiraalbanden, die onderling ook nog eens versmolten of onderbroken kunnen zijn).
Deze variatie in kleuren wordt al sinds de jaren 40 van de vorige eeuw intensief bestudeerd door ecologen, genetici en evolutiebiologen. Inmiddels heeft dat ertoe geleid dat we de genetica van de kleurvormen precies kennen.
Zichtbare evolutie
Het is te verwachten dat in de loop van de afgelopen decennia evolutie is opgetreden in de slakken. Het klimaat is in grote delen van Europa opgewarmd, zanglijsters zijn in sommige landen zeldzamer geworden, in andere juist algemener. En er is op veel plaatsen meer bos aangeplant. Die evolutie wordt zichtbaar gemaakt door in één keer tijdens het Darwinjaar door heel Europa de frequenties van kleurvormen te bepalen in dit publieksonderzoek dat zijn weerga niet kent.