Het was dit jaar weer hommeles met het enige stukje oernatuur van Nederland.
Bijna 1100 dieren in de
Oostvaardersplassen
stierven deze winter door voedselgebrek. Bijvoeren riepen Tweede Kamerleden. Gewoon met rust laten riep het Kabinet. Wat volgde was een geëmotioneerd spoeddebat in de Tweede Kamer. En de verantwoordelijke
Staatsbosbeheer
werd buitenspel gezet, tot ontsteltenis van ecoloog Frans Vera, geestelijk vader van één van de jongste natuurgebieden van Nederland. Voor het eerst sinds de bijvoerdiscussie spreekt Vera zich uit.
Sinds het ontstaan van het gebied, een kleine dertig jaar geleden, wordt regelmatig fel gedebatteerd over de vraag in hoeverre in het 6.600 hectare grote gebied de natuur zijn eigen gang mag gaan. De ophef ontstaat doorgaans over de sterfte onder edelherten, konikpaarden en heckrunderen in strenge winters. Moeten deze dieren, die door de mens zijn uitgezet, niet worden bijgevoerd? Volgens Frans Vera is de sterfte onder de wilde hoefdieren niet uitzonderlijk vergeleken met dieren in andere grote wildparken in de wereld.
Een aantal Tweede Kamerleden, onder wie CDA’er Henk Jan Ormel wil dat er een einde komt aan het 'mislukte dierexperiment' in de Oostvaardersplassen. Oud-dierenarts Ormel vindt dat grote grazers in het natuurgebied onnodig veel lijden. Volgens Staatsbosbeheer wordt alles op alles gezet om onnodig lijden van dieren te voorkomen. Als de inschatting is dat het dier geen overlevingskans meer heeft wordt verder lijden voorkomen door het dier door afschot te euthaniseren.
Meer weten over grote grazers in de Oostvaardersplassen?