Mossels kunnen tegen een windstootje
• 04-02-2011
• leestijd 2 minuten
Harde winterse stormen komen regelmatig voor. Bomen waaien om of dikke takken breken af, maar wat doet zo'n winterstorm nu met de mossels op het wad? Op het wad kunnen deze stormen zorgen voor enorme golven en een extreem hoge waterstand maar toch spoelen de mossels op het wad niet weg. Dit komt doordat ze goed samenwerken.
Mossels zoals de blauwe mossel (Mytilus edulis) liggen nooit alleen op het wad; ze liggen altijd in hoopjes dicht bij elkaar. Om in een turbulente omgeving zoals op het wad te blijven liggen, vormen ze lijmdraden waarmee ze zich aan elkaar of aan de ondergrond vasthechten. Dit resulteert in heel veel mossels op een kluitje, waarbij soms wel vijfhonderd op één vierkante meter kunnen liggen. Al deze kluitjes vormen een mosselbed ter grootte van enkele honderden meters. Door op deze manier mosselbedden te vormen, zorgen mossels ervoor dat ze niet snel wegspoelen door de golven, maar ook moeilijker te eten zijn voor bijvoorbeeld vogels of krabben.
Als de mosselbedden met laag water droogvallen, kun je vogels, zoals scholeksters, zien scharrelen op zoek naar een makkelijk eetbare mossel. Voor deze mosseleters is het veel eenvoudiger om een losse mossel op te eten dan een mossel die is vastgehecht aan vele buren in een klomp.
Helaas, ook voor mossels heeft ieder voordeel zijn nadeel. Het nadeel voor de mossels is dat ze met de hoge dichtheid waarin ze in het mosselbed voorkomen veel minder toegang tot voedsel hebben. Mossels filteren hun voedsel met hoog water uit het bovenliggende water, maar als ze met veel op een hoopje zitten is deze voedselvoorraad snel opgemaakt. Ook hier hebben de slimme mossels wat opgevonden. Ze zorgen dat ze niet in één grote groep liggen, maar georganiseerd in kleinere groepjes of ze vormen zelfs brede banden.
De strijd voor voedsel en veiligheid zorgt ervoor dat er een specifieke optimale ruimtelijke structuur in mosselbedden ontstaat die met laag water mooi zichtbaar is. Zo draagt iedere mossel zijn schelpje bij aan het vormen van het waddenlandschap.
Tekst: Ellen Weerman, RUG
Foto’s: TU Delft en Ellen Weerman, RUG