Anne Vegter schreef eerst enkele kinderboeken, zoals
De dame en de neushoorn
en
Verse bekken!
, voordat zij in 1990 haar eerste gedichtenbundel publiceerde:
Het veerde
. Geheel in de traditie van het kinderboek was ook de dichtbundel voorzien van illustraties. Uit die kinderboeken nam zij de wonderlijke taal mee naar de poëzie, waarmee veelal vreemde en verrassende wendingen worden bereikt. De titel
Aandelen en obligaties
geeft al aan dat we hier niet met een doorsnee-dichter te maken hebben.
Behalve kinderboeken schreef Vegter ook verhalen en een toneelstuk dat in België werd opgevoerd. De scheidslijnen tussen de verschillende genres houdt zij zo vloeiend mogelijk. In een interview vertelde zij dat zij binnen een aangereikte vorm, of dat nou een kinderboek was of een column of een toneelstuk, zichzelf de maximumvrijheid wilde verschaffen om haar ideeën te laten stromen. Haar gedichten veranderen dan ook soms in proza of sprookjes waarin toneelmatige elementen niet worden geschuwd.
In een gedicht over de dood staat dat zij al jaren sterft van nieuwsgierigheid. Bij bloemkool denkt zij aan hersens en wil de groentenboer er het mes in zetten. Er wordt in haar gedichten soms met wellust aan ongemakken gedacht en je schijnt 'de blauwdruk van mijn liefdesproject' ook telefonisch te kunnen bestellen.