Veel Nederlanders zijn bang voor spinnen. Niet omdat die zo gevaarlijk zijn, maar omdat ze er smerig uitzien en er kans bestaat op fysiek contact met deze "walgelijke" diertjes.Contact met vieze dingen, daar walgen deze mensen van, stelt Mark van Overveld. Hondenpoep en rotte vis noemt hij als aansprekende voorbeelden. Hij onderzocht de rol van walging bij verschillende fobische angsten zoals spin- en bloedfobie. Van Overveld promoveert vrijdag aan de Universiteit Maastricht.Wie snel walgt van allerlei dingen, blijkt een grotere kans te hebben om spin- of bloedangst te ontwikkelen. Van Overveld onderzocht ook de lichamelijke reacties die met walging gepaard gaan. Die reactie beschermt de walgende mens tegen het binnendringen van ziektekiemen en dus ook tegen ziektes.Volgens de psycholoog komt overdreven vermijdingsgedrag van sommigen voort uit angst voor besmetting. Als iemand flauwvalt bij het zien van bloed is dat geen fysiologische walgrespons, meent Van Overveld. Dat is wel een in de literatuur heersende opvatting. Bij spinnen is flauwvallen een zeldzaamheid, zegt de onderzoeker.