Met een nieuw model kunnen ecologen nu bepalen welk effect de klimaatverandering heeft op trekvogels. Het model heeft een hoge voorspellende waarde, blijkt uit een publicatie in het in het Journal of Animal Ecology. Daarmee wordt duidelijk welke gebieden langs vogeltrekroutes beschermd moeten worden, zodat de vogels niet ten onder gaan aan het veranderend klimaat.
Trekvogels zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van rust- en voedselgebieden die ze onderweg aandoen. Als die pleisterplaatsen door milieuveranderingen wegvallen, bestaat de kans dat de vogels hun broedgebied niet of in slechte conditie bereiken. Op grond van de berekeningen met het model dat nu is ontwikkeld door onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), kan bepaald worden welke gebieden langs de complete trekroutes betere bescherming verdienen. Internationale afspraken over het beheer van de hele trekroute zouden een oplossing kunnen bieden voor de vogels om zich aan te passen aan het veranderende klimaat.
Onderzoek naar de kleine rietgans wijst uit dat de belangrijkste factor om door te trekken de toestand van de plantengroei op de volgende pitstop is. De ganzen weten als het ware hoe ver het voorjaar een paar honderd kilometer verderop is. Zo komen ze precies aan op het moment dat het voedselaanbod het gunstigste voor hen is. Doordat de aanvang van de lente een van de variabelen is in het rekenmodel, kan voorspeld worden hoe de ganzen reageren als de lente verschuift door de klimaatverandering.
Het bewijs dat het rekenmodel betrouwbare voorspellingen oplevert, is deze week gepubliceerd in het Journal of Animal Ecology. Daarbij is de voorspelling hoe een gans zou reageren op de klimaatveranderingen vanaf de jaren negentig vergeleken met hoe kleine rietganzen in werkelijkheid hun gedrag hebben aangepast tussen 1990 en 2004. Het bleek dat model en werkelijkheid behoorlijk met elkaar overeenkwamen, aldus de onderzoekers. Doordat nu is aangetoond dat het rekenmodel een hoge voorspellende waarde heeft, zou het prima gebruikt kunnen worden door internationale beleidsmakers, aldus het NIOO. Op grond van de berekeningen kan bepaald worden welke gebieden langs de complete trekroutes betere bescherming verdienen. Zo zouden de vogels de kans krijgen om zich aan te passen aan het veranderende klimaat.