Onderzoekers hebben aanwijzingen gevonden dat dinosauriërs warmbloedige dieren waren. Ze zijn tot die conclusie gekomen na grondige analyse van fossiele dino-eierschalen uit Canada en Roemenië.
Het onderzoeksteam onder leiding van de Israëlische wetenschapper Hagit Affek, onderzocht eierschalen van drie dinosoorten: Troödon formosus, Maiasaura peeblesorum en een dwerg-Titanosaurus. Aan de hand van koolstof- en zuurstofisotopen herleidden ze bij welke temperatuur in het lichaam van de dinosaurusmoeder de eieren konden ontstaan. Daaruit konden ze opmaken dat de lichaamstemperatuur lag tussen 35 en 40 graden.
Overigens is de term warmbloedig eigenlijk achterhaald, zegt een van de onderzoekers tegen de Israëlische krant Haaretz. Beter is het om aan te geven dat dino's zelf hun lichaamstemperatuur konden reguleren en dus niet afhankelijk waren van een externe warmtebron als de zon. Ze konden hun temperatuur verlagen om energie te sparen, maar ook weer verhogen naar boven de omgevingstemperatuur.
Uit dinosauriërs evolueerden zowel warmbloedige vogels als koudbloedige reptielen.