Vijf miljard euro wordt er door het kabinet uitgetrokken voor de stikstofaanpak. Zo gaat er 3 miljard euro voor 10 jaar naar herstel en versterking van de natuur. 200 miljoen gaat er per jaar naar onder andere schonere technologieën, ander veevoer en naar financiële regelingen voor boeren die willen stoppen. Hierdoor wil het kabinet bereiken dat de stikstofneerslag in 2030 in de helft van Natura 2000-gebieden onder de kritische waarde ligt. Boven die waarde heeft de neerslag van stikstof negatieve effecten op de gevoelige natuur.
Of deze plannen de natuur zullen helpen bespreekt Vroege Vogels radio met professor Geert de Snoo, directeur van het Nederlands Instituut voor ecologie, Alex Datema, voorzitter van BoerenNatuur en Johan Vollenbroek, voorzitter van de milieuorganisatie MOB. De heren zijn kritisch op de plannen van het kabinet.
Veel geld voor herstel
“De intentie is goed, maar de maatregelen sluiten hier niet helemaal op aan. Het is voor de natuur goed dat we in de natuurgebieden aan herstel kunnen werken. Dat moet ook, anders raken onze natuurgebieden achterop. Vergrassing treedt op en we moeten dat teveel aan voedingsstoffen afvoeren. Maar de belasting is te hoog, het is anders dweilen met de kraan open. Nu is de vraag: leveren de maatregelen voor de bron van de stikstof wel genoeg op? Dat is onvoldoende”
Kringlooplandbouw onvoldoende gestimuleerd
Volgends Datema worden er belangrijke punten gemaakt, zoals de aankoop van krachtvoer die minder moet. Er worden veel voedingsstoffen geïmporteerd, wat zorgt voor een overschot aan het eind van het proces. Er moet meer in een kringloop gewerkt worden, en juist daarvan is in de maatregelen weinig te zien.
Ook Vollebroek vindt dat er te weinig wordt gedaan aan de bron van het probleem. “Waarom gaat de minister niet in op het bod van het landbouwcollectief om de stikstofuitstoot met 50 procent te verminderen? Waarom gaat ze op een streefwaarde van 26 procent zitten? Als je het plan leest kom je het woord circulaire landbouw nergens tegen, terwijl dat vorig jaar nog het credo was. Daar komt op deze manier niets van terecht.“
Datema valt hem bij, hij noemt het belang van boeren stimuleren het anders te doen, in plaats van uitkopen, wat volgens hem niet zoveel zin heeft. “70 tot 80 procent van de boeren wil het wel anders doen, maar weet niet hoe. Hen helpen, daar is veel minder geld voor beschikbaar gesteld dan uitkopen. Besteed dat geld nou aan de toekomst van de landbouw, waar we allemaal plezier van hebben, ook de natuur. Misschien moeten we als boeren meer gaan samenwerken met milieuorganisaties. We moeten het met elkaar doen.”