Milieuminister op werkbezoek in stralend Brabant
• 25-10-2010
• leestijd 2 minuten
In zijn eerste week ging de nieuwbenoemde milieuminister Joris Thijssen op werkbezoek naar Brabant, om zich te informeren over de plaatselijke ideeën over kernafvalopslag.
In het Brabantse Bergeijk sprak hij met wethouder Van der Meijden en met de directeur van het lokale drinkwaterbedrijf Brabant Water. Beiden maken zich ernstig zorgen over de Belgische plannen om in het grensgebied kernafval onder de grond op te slaan.
In de Kempense klei
Het plan is om in de diepe kleilagen van het gebied de Kempen gangen te boren om er kernafval uit Belgische kerncentrales in te bergen. Daarna worden de gangen volgestort met beton. Als deze vaten gaan lekken kan het grondwater voor honderdduizenden jaren radioactief worden. Kernafval blijft 240.000 jaar radioactief en een risico op lekkage is nooit uit te sluiten. En doordat de gangen zijn volgestort met beton kan niemand er meer bij. De directeur van Brabant Water zei stellig: “Zolang de Belgen niet kunnen garanderen dat het risico nul is, gaan wij hier niet mee akkoord.”
Geen goed idee
De milieuminister concludeerde na zijn werkbezoek dat kernafval onder de grond opslaan geen goed idee is. De vraag blijft wat er dan met het Nederlandse kernafval moet gebeuren, zeker als er een tweede kerncentrale bijkomt. Ook onze regering wil het afval uiteindelijk ondergronds opslaan. In kleilagen zoals in Brabant of in zoutkoepels in het noorden van Nederland.
Niet veilig
Greenpeace vindt dat zolang er geen veilige oplossing is voor het kernafval er geen afval bij moet komen. Dus: geen tweede kerncentrale, die in Borssele sluiten en volop inzetten op schone alternatieven als wind en zon.
Bron: Greenpeace