Mieke Berry: Saltimbocca (springt in de mond)
• 20-02-2009
• leestijd 2 minuten
Medaillons van kalfsvlees met een plakje ham en een blaadje salie ertussen.
Ik sta hier in het donker en weet niet waar ik ben. Ik hoor en ruik anderen maar kan ze niet zien. Ik kan liggen en staan maar me niet omdraaien. Voor mij hangt een emmer met een speen waar twee keer per dag iets wits wordt ingegooid. Iedere keer heb ik zo’n dorst dat ik het maar opdrink. Ik kom uit Ierland en heb er vier dagen over gedaan om hier te komen. Mijn moeder bleef achter. Ik heb haar nooit gezien. Mijn geboorte was erg hardhandig, ik ben er met touwen om mijn pootjes uitgetrokken. Ik kreeg nog wel een indruk van een warm zacht moederlijf. Ze had om mij geloeid. In de verte kon ik haar horen. Dagenlang. Ik antwoordde wel, maar tevergeefs. Na een week kwam er een grote vrachtwagen en daar werd ik ingeduwd samen met nog meer zoals ik. We gingen naar meer bedrijven en steeds kwamen er meer bij. Het werd steeds voller. De tweede dag werden we vreselijk door elkaar geschud. We waren op een boot. Een keer werden we uitgeladen om te drinken. Maar daglicht heb ik niet gezien. Alles gebeurt ’s nachts, dan zijn we rustiger. Onderweg werden we ingehaald door een andere vrachtwagen; hier en daar stak een oor uit, varkens, denk ik.
In dit land is dit systeem uitgevonden. Een schuur zo groot als een voetbalveld met metalen rekken en roosters als vloer. Wij moeten hier zes maanden blijven staan, of liggen, of staan, of liggen. En dan? Ik weet het niet. Ik durf er niet aan te denken.
Ik droom van mijn moeder. Zou ze mij missen? Ik haar wel. Ik zou graag tegen haar aan liggen. Lekker warm. Ze zou mij likken en zachtjes tegen mij loeien. Ook zou ik bij haar kunnen drinken. Warme moedermelk. Ik zou de zon kunnen zien en voelen. De wolken en de vogels. Ik zou kunnen springen(!) met neefjes en nichtjes in een groen weiland. Ik zou gras met klaverbloemen kunnen eten. Met mijn moeder en tantes lekker liggen soezen en herkauwen.
Wat ik nu krijg is aangemaakt melkpoeder met antibiotica zodat ik snel groei en niet ziek word. Maar nu groei ik zo snel dat ik te zwaar word voor mijn poten. Ik pas bijna niet meer in mijn hok. Ik lik de hele dag mijn tralies. Ik heb bloedarmoede. Ze geven mij niet genoeg mineralen anders wordt mijn vlees te roze.
Voor saltimbocca wordt blank kalfsvlees gebruikt.
En ham, van de flaporen op de snelweg.