De Midwintertelling van watervogels is de belangrijkste telling om de aantallen en verspreiding van overwinterende watervogels grootschalig vast te stellen. Deze telling vindt in heel Europa half januari plaats, ditmaal rond het weekend van 12 januari. Het is voor het 47e jaar op rij dat deze telling plaatsvindt. Een goede teldekking is belangrijker dan ooit, want de telgegevens van deze Midwintertelling (en de volgende twee) vormen de basis voor de (winter) aantalsschatting van watervogels voor de nieuwe Vogelatlas!
5.5 miljoen watervogels
Vorig jaar werden onder zeer milde weersomstandigheden 5,5 miljoen watervogels in ons land geteld, wat eens te meer het belang van Nederland voor deze soortgroep onderstreept. Het was het hoogste aantal tot nu toe in de lange telreeks.
Vorstgevoelige soorten
Vooral vorstgevoelige soorten waren beter vertegenwoordigd dan andere jaren, waaronder kievit (222.000 geteld, tegen gemiddeld 97.000 in 2007-2011), goudplevier (94.000, gemiddeld 23.000) en grondeleenden zoals wintertaling (71.000, gemiddeld 24.000). Een stormachtige periode had bovendien gezorgd voor relatief veel zeevogels, waaronder opvallende aantallen drieteenmeeuwen (4200, gemiddeld 80). Soorten die vooral bij streng winterweer in het Oostzeegebied bij ons opduiken waren juist schaars, waaronder wilde zwaan, nonnetje en grote zaagbek. De talrijkste soorten waren kolgans (792.000), brandgans (639.000) en smient (619.000).