Heet een vis een zwem? Nee. Noemen wij een slang een kruip? Zeggen we spring tegen een vlo? Is de mens een loop? Neen, neen, neen. Waarom heet een vlieg dan wel een vlieg?
Omdat het vliegen van een vlieg zijn riantste eigenschap is. Het schijnt dat ze ook de pest en de pokken overbrengen, maar die heb ik al een hele tijd niet gehad. Dat vliegen daarentegen hangt ook Duitsers en Engelsen al eeuwen de keel uit, getuige hun Fliege en flies. Wordt over het vliegen van vogels met bewondering en nauwelijks verholen verlangen gesproken, het vliegen van vliegen roept louter afgunst op en lust tot meppen. Liever dan kleine poepjes op de lampenkap zien we de kledders van de het behang in geslagen vliegen. Die beschouwden ons huis als hun luchtruim. Vliegen vogels door ons huis? Neen. Vliegen daarentegen nemen de hele tent over. Zij wonen in onze woonkamer, slapen in onze slaapkamer, eten op ons toilet en poepen in onze suikerpot. En maar vliegen. Een mepper helpt niet. Als regel is het diertje ons te snel af en vliegt het weg. Daarmee zou het miniatuurdrama goed zijn afgelopen, ware het niet dat veel vliegen de gewoonte hebben na enkele loopings en een schijnbaar willekeurig vliegtochtje op precies hetzelfde landingsplekje terug te komen. Weer pats! Weer mis! Nu komt het menselijk eergevoel in het geding. Zo’n mormeltje zal leren wie hier in huis de baas is. Maar dat kan lang duren. De gewoonte om steeds op dezelfde plaats te landen is namelijk onderdeel van het paringsritueel.Alleen de mannetjes voeren zo’n speelvlucht uit. Vrouwtjes worden er opgewonden van. En wij dus. Geamuseerd kijkt het vliegewijfje toe, trots op haar aanstaande, die zo’n groot dier zo kan laten dansen, op twee poten nog wel. Wanneer jij eindelijk de strijd in wanhoop opgeeft, stort zij zich verliefd in zijn zes armen.
Het enige wat de vliegen in ons huis nog niet onder de knie hebben, is het openen van de deuren. Wil er een naar buiten, dan vliegt hij naar het licht tegen het dichte raam op. En maar vliegen. En maar vliegen. En maar vliegen. Tot hij er dood bij neervalt, het landingsgestelletje omhoog, in de vensterbank. Eindelijk is dan de vlieg een lig.
Deze column verscheen eerder in de VARAgids nummer 12.