Met kalendergids de natuur bekijken
• 15-03-2005
• leestijd 2 minuten
Kijken of klimaatveranderingen ook zichtbaar zijn in de eigen tuin kan met de Natuurkalendergids. Deze geeft aan wanneer door de jaren heen voor het eerst een bepaalde vlindersoort of bloem is waargenomen. De gids is een initiatief van Wageningen Universiteit in samenwerking met Vara's Vroege Vogels, de Vlinderstichting, Vogelbescherming Nederland en andere organisaties en bedrijven.
Voor de gids is het gemiddelde genomen van de historische waarnemingen van 1868 tot en met 1968, zei bioloog Arnold van Vliet, coördinator van het project, dinsdag. Sinds 2001 worden de waarnemingen ook weer bijgehouden, via de Natuurkalender waarbij iedereen kan melden wat hij heeft gezien of gehoord.
De Natuurkalendergids laat zien hoe planten en dieren zich aanpassen aan de klimaatomstandigheden. Per seizoen staat beschreven wanneer bepaalde soorten te verwachten zijn. De kijker kan zo nagaan of wat hij ziet een vroege, normale of late waarneming betreft. Het boekje geeft aan hoe de verdeling vroeger was en nu is.
De gids laat zien dat de eerste waarnemingen van planten en dieren naar voren opschuiven. Zo bloeide het maarts viooltje vroeger met een piek tussen 1 en 10 april en ligt de piek tegenwoordig tussen 1 maart en 20 maart. De sleedoorn is ook een maand naar voren geschoven: vroeger lag de piek in de eerste waarnemingen tussen 11 en 20 april, nu is dat tussen 11 en 20 maart.
De Natuurkalendergids beschrijft ook de gevolgen van seizoensverschuivingen voor de gezondheid en geeft tips voor de tuin. Er staat informatie in over het hooikoortsseizoen, wanneer je wat moet zaaien, welke groenten in welk seizoen in Nederland groeien (eten volgens de kalender) en welk weer normaal is in een bepaalde periode.
Door het naar voren schuiven van de lente begint het hooikoortsseizoen eerder en duurt het langer. Dit jaar bloeit bijvoorbeeld de hazelaar vroeg. Van Vliet is bezig om samen met onder meer het Leids Universitair Medisch Centrum op basis van pollentellingen en historische waarnemingen en aan de hand van de weersvoorspellingen een negendaagse 'hooikoortsverwachting' op te stellen. Door het 'opwarmen' van de aarde zijn ook teken langer actief en zijn er meer eikenprocessierupsen en rukken deze naar het noorden op.
(Bron: ANP)