Het gaat beter met de hazelworm in Nederland. Waarnemers van natuurorganisatie Ravon hebben in totaal 652 volwassen hazelwormen en 45 jonge exemplaren aangetroffen, wat betekent dat de populatie iets groeit. De meeste dieren zijn gezien rond Maastricht, in de Kampina in Noord-Brabant, op het Wapserveld in Drenthe en in de buurt van Wageningen op de hei.
Dat meldde Ravon woensdag op de internetpagina natuurbericht.nl. Vrijwilligers hebben op 140 trajecten in Nederland reptielen geteld. Dat gebeurt elk jaar om het Meetnet Reptielen, dat onder meer wordt gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek, te actualiseren.
Een hazelworm is in tegenstelling tot wat veel mensen denken, geen slang en ook geen worm. Het is een pootloze hagedis van ongeveer 50 centimeter lang. Hazelwormen verschuilen zich in zandgebieden en heidestruiken, maar zijn soms te zien als ze in de zon gaan liggen. Een hazelworm kan net als alle hagedissen zijn staart afwerpen, als hij in gevaar is. Die groeit dan echter niet meer aan. Daaraan ontleent het beest de Latijnse naam Anguis fragilis, wat breekbare slang betekent.
Dat het zwaar beschermde dier het op dit moment goed doet in Nederland, blijkt ook uit het feit dat waarnemers de laatste jaren steeds op nieuwe plekken hazelwormen zien. Ditmaal is dat gebeurd in Twente en op twee plekken in de buurt van Hilversum.