Onderzoekers hebben rond de anderhalf miljoen walvisachtigen geteld in de wateren voor de Europese kust. In de zomer van 2016 werden tellingen uitgevoerd vanaf de Straat van Gibraltar bij Spanje tot aan de Noorse zee bij Noorwegen. De tellingen werden uitgevoerd door negen Europese onderzoeksinstituten, waaronder Wageningen Marine Research van de Universiteit Wageningen. Dolfijnen en bruinvissen werden het meest geteld in de wateren ten westen van Europa.
Stabiele aantallen
Dezelfde studie werd ook al in 1994 en 2005 gedaan, met de nieuwe telling van 2016 erbij blijkt dat het aantal bruinvissen, witsnuitdolfijnen en dwergvinvissen de afgelopen 22 jaar stabiel is gebleven. Onderzoekster Meike Scheidat spreekt van "voorzichtig goed nieuws". Ondanks bedreigingen als overbevissing en de bouw van windmolenparken in zee is geen sprake van een negatieve trend. Het blijft wel lastig om er conclusies aan vast te binden voor alleen de walvissen, wel werden er voor de Spaanse kust achttienduizend gewone vinvissen geteld.
Bruinvissen
In het Nederlandse deel van de Noordzee is vooral de witsnuitdolfijn, dwergvinvis en bruinvis gezien. De eerste twee soorten zijn in Nederland niet zo bekend. De bruinvis wordt daarentegen realtief vaak gezien in Nederland. Opvallend is dat deze soort steeds vaker te zien is ten noorden en oosten van de Deense kust en daarmee steeds zuidelijker voorkomt. Waarschijnlijk volgen de bruinvissen de vispopulaties die ook steeds zuidelijker te vinden zijn. "Bruinvissen zijn in principe alleseters." zegt Scheidat. "Waarom ze zijn verhuisd weten we nog niet. Mogelijke oorzaken zijn overbevissing of klimaatverandering." Ook de Nederlandse Noordzee is de afgelopen jaren belangrijker geworden voor de soort. Goede bescherming is daarom essentieel, aldus de onderzoekers.