De zeehonden in de Noord- en Oostzee dreigen voor de derde keer in twee decennia te worden getroffen door massale sterfte. De Deense natuurbeschermingsorganisatie Danish Forest and Nature Agency maakte zaterdag bekend dat op het eiland Anholt in het Deense Kattegat dode zeehonden aangetroffen zijn. De afgelopen dagen spoelden 48 kadavers van jonge zeehondjes aan. Hetzelfde virus als in 1988 en 2002 is de gevreesde boosdoener. En net als de vorige keren is het Deense eiland Anholt het uitgangspunt, meldden Deense wetenschappers zondag.
Tijdens de eerste epidemie in 1988 van de zogenoemde robbenpest stierf 60 procent van de zeehonden, bij de tweede golf veertien jaar later ging 30 procent dood. De populatie herstelde zich steeds vrij snel. Wetenschappers hopen dat oudere dieren nog voldoende antistoffen van de laatste epidemie in hun lichaam hebben.
De Zeehondencrèche in het Groningse Pieterburen volgt de ontwikkelingen rondom het virus op de voet. Volgens Lenie 't Hart van de crèche duurt het een week of vier voordat er iets van het virus in Nederland te merken zal zijn. "We hebben één geluk: alleen zeehonden van nul tot vijf jaar kunnen de ziekte krijgen, omdat de ouderen nog antistoffen bij zich dragen. Maar dan gaat het nog om honderden zeehonden", zei 't Hart. De Zeehondencrèche begint deze week met het vaccineren van zeehonden van nul tot vijf jaar tegen de zogenoemde robbenpest. Lenie 't Hart van de Zeehondencrèche bevestigde maandag een bericht daarover in De Telegraaf.
De Zeehondencrèche vraagt iedereen die dode dieren op het strand vindt, dit aan het centrum in Pieterburen te melden.