Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Marja Hoffmann-van Vonno: Rubber laarsjes

  •  
24-10-2008
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
retriever.jpg
Het is genieten met een kopje thee op het bankje naast de vijver. Roodborst in bad, merels en tortels aan het verenpoetsen, winterkoninkje druk met de in de struiken dartelende laatste jongen, een eekhoornstaart verdwijnt in de klimop, kikkerogen turen net boven het wateroppervlak. Buiten de tuin hoor ik hondenpoten op het eerste gevallen blad, kinderstapjes volgen. Zo te horen wordt er lekker tegen de bladeren geschopt, twee lachende kleine meisjesstemmen warmen de dag. Tot zware stappen en een dito stem mij en alle leven om me heen laat schrikken. De retriever en de driejarige tweeling worden bij papa geroepen. “Bah, er zitten allemaal blaadjes op jullie nieuwe laarsjes, niet door die plas lopen.” Ik gluur tussen de vlechtschutting door en zie twee paar roze rubber laarsjes met bloemetjespatroon. Gemaakt om mee door plassen en hopen bladeren te banjeren.
“Als er blad op de stoep ligt, gaan we van de stoep af en als er van die besjesbomen staan ook. Die maken vieze vlekken in je kleren. Toe maar, ga maar midden op de weg lopen, daar is het schoon.” De laarsjes huppelen over de restanten van het Nieuwjaarsvuurwerk van de volgende buur, dat nog steeds de stenen rood kleurt. En over de sigarettenpeuken die elke avond vlijtig rondgestrooid worden. Een fietser kan de meisjes nog net ontwijken, maar rijdt door deze manoeuvre tegen de auto die altijd de binnenbocht neemt. Gelukkig ging het niet hard. De man staat meteen naast zijn fiets en de buurman springt uit de auto.
Alle blik wordt nauwkeurig bekeken en betast, er wordt gevloekt en getierd. De tweeling staat te trillen, nog steeds midden op de weg, hun viervoeter gaat voor de roze laarsjes liggen. De chauffeur wijst iets aan op het portier, vader knielt en poetst met een vinger over de lak, als hij weer staat veegt hij zijn hand af aan zijn jas. De fietser zet het rijwiel op zijn kop en controleert de stand van de wielen. De mannen praten druk en hard, laten de wielen door hun handen glijden, vegen en poetsen over vlekjes op het frame, niemand heeft oog voor de tweeling en de hond. Als de fiets weer op zijn wielen staat heeft de vader een rode vlek op zijn merkjeansknie, zwarte vegen op zijn jas en plakkerige stofhanden van de vuile fietsbanden.
De retriever staat zuchtend op en duwt tegen de gelaarsde beentjes, richting veilige stoep. Glimmende blinkende rubber laarsjes verschijnen weer tussen de bladeren. Ze schoppen wat blaadjes in het rond. De hond hapt naar een dwarrelend blad, er plakt een blaadje aan een laarsje, het kind springt in de plas, weg blaadje. Druppels glijden langs het roze rubber, witte snoetjes krijgen weer wat kleur.
Die laarsjes doen precies waar ze voor gemaakt zijn: voeten beschermen en droog houden. De hond doet ook wat hij moet doen: zijn peuters beschermen, laten zien waar het veilig is. Vaders kleren deden ook hun werk zo te zien: huid beschermen. Vader moppert: “Zie je nu hoe gevaarlijk die rommel op de stoep is?” Wat is toch de vadertaak?
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.

BNNVARA LogoWij zijn voor