Louise Vet: Aaibare zesvoeters
• 26-03-2010
• leestijd 2 minuten
Op weg naar een wetenschappelijke bijeenkomst werd ik op het vliegveld in Heathrow serieus doch enthousiast besnuffeld door een hasjhond. Een vlucht uit Amsterdam, dus hij kon zijn lol op. Vlak na mij werd een jongen met rood hoofd door de douane afgevoerd en de hond kreeg een lekker hapje ter beloning. Vol bewondering keken mijn medepassagiers naar de mooie zwarte herder die zo snel tussen al die mensen zijn geurdoel had weten te traceren. Getraind als de hond van Pavlov: associatief leren noemen we dat. Vreemde geuren van bijvoorbeeld hasj of explosieven kunnen we honden aanleren met een beloning. Eenmaal bekend is de beloning niet meer nodig om een snelle reactie op de geleerde geur op te wekken. Wildkwispelend is het zoeken en vinden van de geleerde geur al haast een beloning op zich! Ze genieten overduidelijk van hun werk en wij erbij. Want mensen houden van honden die iets kunnen. Blindegeleiders, lawinezoekers, schaapherders, aardbevinggravers, kinderredders, sledetrekkers, postophalers, noem maar op. Een geliefd en vaak onmisbaar maatje van de mens.
Ik moest een beetje lachen en dacht aan mijn eigen speurhonden. Van die hele kleine met zes poten. Nog betere geurkampioenen dan die herder op het vliegveld, vele malen beter dan de meest geavanceerde chemische meetapparatuur. En dan slechts een paar millimeter groot. Met daarin hersenen waarin op dezelfde Pavlov-manier associatief wordt geleerd. Een beloning, een geurtje of kleurtje en hoppa: geleerd. Niet in een lang en intensief trainingsregime maar gewoon in 1 keer! Geuren, kleuren en patronen: het kan allemaal geleerd worden. En ja ook hasj, explosieven, parfum, chocolade, ziektes van mensen, gifstoffen. Superhonden? Nee, sluipwespen. Kleine zogenaamd parasitaire insecten die op zoek moeten naar andere insecten om hun eieren in te leggen. Ze zijn minder aaibaar dan de hasjhond, maar nog efficiënter en specifieker in hun vermogen om geuren te leren en te onderscheiden. In dat minuscule kopje, 10 keer kleiner dan een speldenknop, zit een heel knap breintje. En in die hersencelletjes gaat het precies hetzelfde toe als in ons eigen hoofd of in dat van de hasjhond. Bij een lekkere beloning, bijvoorbeeld wat nectar, wordt er een geheugen, een nieuwe zenuwverbinding, aangelegd en bij de volgende ervaring met de geleerde geur wordt er snel gereageerd. En weet u wat er nog spannender is? Hun beloning kan niet alleen een lekker hapje zijn, maar ook het vinden van een gastheerinsect – bijvoorbeeld een rups. In extase steken ze de rups met hun legboor en leggen er hun eieren in. Je ziet ze genieten. Op hetzelfde moment leren ze de geuren van de plant waar de rups van vreet. Vanaf dat moment is die plantengeur een sterk signaal waar ze onmiddellijk op reageren. Heel handig als je nog meer rupsen moet vinden.
Ja, die sluipwespen zijn fantastische speurhonden en ook fascinerende onderzoeksobjecten voor hersen- en gedragsonderzoek naar leren en geheugen. Ze mogen dan minder aaibaar zijn en niet zo makkelijk aan een riempje mee te nemen als die hasjhond, het zijn mijn favoriete knuffeldieren!