LNV vindt Beschermingsplan Moerasvogels succes
• 23-01-2007
• leestijd 2 minuten
Het ministerie van LNV heeft een evaluatie uitgevoerd van een aantal soortbeschermingsplannen, waaronder het Beschermingsplan Moerasvogels 2000 - 2004. Het plan was een iniatief van het ministerie van LNV en de uitvoering ervan is door Vogelbescherming Nederland gecoördineerd. De uitkomst van de evaluatie dient als input voor het nieuwe soortenbeleid: de leefgebiedenbenadering. Omdat het Beschermingsplan Moerasvogels meerdere doelsoorten kende, die samen representatief waren voor moerasecosystemen als geheel, vormde het al een brug tussen de 'traditionele' soortbeschermingsplannen en de leefgebiedenbenadering.
De conclusie luidt dat deze werkwijze heel bruikbaar is gebleken. Er is een breed scala aan onderzoek en projecten uitgevoerd, waarvan niet alleen de doelsoorten maar ook andere soorten konden profiteren.
De kortetermijndoelen van het Beschermingsplan – achteruitgang van soorten stoppen en toenemende soorten behouden – zijn gedeeltelijk gerealiseerd. Van de tien afnemende doelsoorten is de populatie van zes soorten licht toegenomen (roerdomp, purperreiger) of gestabiliseerd (zwarte stern, porseleinhoen, snor en woudaap). Helaas gaat de afname van blauwe kiekendief, grote karekiet en baardman nog steeds door. De schijnbare toename van kwak komt waarschijnlijk op het conto van vogels van niet-wilde herkomst. De toename van krooneend, blauwborst en lepelaar zette tijdens de planperiode door.
Om het langetermijndoel – levensvatbare populaties van alle doelsoorten in 2018 – te behalen, is nog veel werk aan de winkel. In haar moerasvogelwerk bouwt Vogelbescherming Nederland voort op het Beschermingsplan. De afgelopen paar jaar hebben in elk geval aangetoond dat er, in goede samenwerking met onder andere overheid en terreinbeheerders, veel bereikt kan worden. Waterbeheer, rietbeheer en een goed netwerk van moerasnatuur zijn belangrijke thema's in de voortzetting van het beschermingswerk voor moerasvogels.