Lichte daling aantal korhanen
• 08-05-2008
• leestijd 2 minuten
Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer hebben dit voorjaar 12 korhanen en minimaal 12 hennen geteld in het Nationaal Park De Sallandse Heuvelrug. Dat betekent een lichte daling ten opzichte van voorgaande jaren.
Na de piek van 23 hanen in 2006, werden in 2007 vijftien hanen geteld. De geringe daling van 2008 is wat teleurstellend, maar het past in de fluctuaties van de afgelopen decennia. Wie de telresultaten vanaf 1974 bekijkt, ziet dat er altijd sprake is geweest van uitschieters naar boven of beneden. Doordat de populatie nog steeds klein is, is de invloed van het weer bijvoorbeeld groot in de periode dat de kuikens opgroeien.
Er is dan ook geen aanleiding om te wanhopen. Uit het onderzoek dat Alterra vorig jaar heeft uitgevoerd, blijkt dat de Sallandse populatie korhoenders vitaal is, maar kwetsbaar blijft. Daarom gaan de natuurorganisaties hun heidebeheer nog beter afstemmen op de behoeftes van het korhoen.
Korhoenonderzoeker Paul ten Den heeft er vertrouwen in dat het toegespitste heidebeheer vruchten af zal werpen. De belangrijkste maatregelen zijn het vergroten van de variatie in het heidegebied door een kleinschalige aanpak. Hoe meer afwisseling van hoge, oude heidestruiken en lage, jonge heideplantjes, des te meer insecten er in het gebied kunnen leven. Korhoenkuikens eten de eerste weken uitsluitend insecten. Ruigere stukken en ook kruiden zijn van belang als voedselbron voor volwassen korhoenders en voor de kuikens vanaf twee weken oud. Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer gaan daarom kleinschalig te werk. Plaggen bijvoorbeeld gebeurt niet meer in grote stroken, maar met enkele vierkante meters tegelijk. De scherpe overgangen tussen bos en heide worden geleidelijker gemaakt. Behalve het korhoen profiteren ook boomleeuwerik, nachtzwaluw, roodborsttapuit, vlinders en libellen, zandhagedis, gladde slang en ree van deze aanpak.