Koude nachten nekken dieren Oostvaardersplassen

De dierensterfte onder de grote grazers in de Oostvaardersplassen was afgelopen winter hoger dan normaal. Dat heeft boswachter J. Griekspoor woensdag gezegd. Hij wijt dat aan een week sneeuw aan het einde van de winter. ,,De zwakste dieren zaten toen al door hun krachten heen. De late kou was net te veel.''

Staatsbosbeheer past in het natuurgebied tussen Almere en Lelystad het zogenoemde ,,wolfsmodel'' toe. De dieren moeten er zelf naar hun voedsel zoeken. De zwakste edelherten, heckrunderen en konikpaarden vallen door die natuurlijke selectie vanzelf door de mand. Zo kan de natuurbeheerder bewust de ongezondste exemplaren afschieten.

Gemiddeld sterven er tijdens de winter zo'n 350 tot zeshonderd van de ruim 2000 volwassen grote grazers in de Oostvaardersplassen. Deze keer haalden ruim zevenhonderd dieren het voorjaar niet. Griekspoor vermoedt dat de sterftecijfers zonder de paar koude nachten vlak voor het begin van de lente wel op het gemiddelde niveau waren uitgekomen.

Ongeveer 65 procent werd met een kogel uit het lijden verlost. De rest stierf een natuurlijke dood. Griekspoor: ,,Het gebied is 5600 hectare groot, dus je kunt niet alle zwakke dieren ontdekken. Bovendien geef je er eentje wel eens het voordeel van de twijfel, omdat je denkt dat het hert het misschien toch volhoudt. Maar dat blijkt niet altijd terecht''.

De werkwijze van Staatsbosbeheer stuit op bezwaren bij onder meer dierenliefhebbers. Die pleiten vaak voor het bijvoederen van de dieren. De natuurbeheerder vindt dat geen alternatief, omdat de sterkste beesten het eten in dat geval toch wegkapen bij hun zwakke broeders. Griekspoor vindt het wolfsmodel daarom de beste oplossing. ,,Dit systeem voorkomt juist dat wij er dieren tussenuit schieten die nog hartstikke gezond zijn.''

Bron: ANP