De korenwolf krijgt weer voet aan de grond in Limburg. Dat stelt onderzoeker M. La Haye van de Radboud Universiteit Nijmegen. Zeker in gebieden waar bij de bewerking van de landbouwgronden rekening gehouden wordt met de hamstersoort, blijkt de populatie snel te kunnen groeien.
La Haye komt tot zijn conclusie na telling van het aantal hamsterburchten. In het gebied Mergelland-West bij Margraten is dat aantal sinds het absolute dieptepunt van de laatste gevonden burcht in 2001 gegroeid naar circa 350 korenwolfnesten vorig jaar, schrijft hij in de maart-editie van het tijdschrift Zoogdier.
De korenwolf is ernstig bedreigd en staat op de nationale Rode Lijst van bedreigde diersoorten. Om de hamster voor Nederland te behouden heeft het ministerie van Landbouw samen met natuurorganisaties enkele jaren geleden een fokprogramma opgezet. De gekweekte hamsters worden sinds 2002 in enkele Limburgse reservaten - Sibbe, Amby, Heer (alledrie in Mergelland-West) en Sittard - uitgezet.
Daarnaast zijn een aantal graanvelden aangewezen, die hamstervriendelijk bewerkt worden. Na de oogst blijft hier genoeg rogge, haver en tarwe staan voor de hamsters om een overwinteringspakket te verzamelen. Ook bieden deze velden op deze manier genoeg bescherming tegen roofvogels en vossen.
Rond de gewone graanvelden zijn stroken van twintig meter breed - zogenoemde opvangranden - aangelegd, waar de korenwolven zich na de oogst veilig kunnen terugtrekken. Inmiddels telt Zuid-Limburg ruim acht kilometer opvangranden, waar het aantal burchten is gegroeid van vijftien à twintig stuks in 2003 naar 61 vorig jaar, telt La Haye.
Hoewel de korenwolfpopulatie lijkt op te krabbelen, blijven volgens La Haye beschermingsmaatregelen als afschot van vossen nodig.
Rond het reddingsplan voor de korenwolf ontstond vorig jaar de nodige commotie, toen natuurorganisatie Das en Boom uit het project stapte. Inmiddels heeft Alterra de uitvoering van het uitzetprogramma voor zijn rekening genomen.