Koos van Zomeren: Het mooiste van oktober
• 01-11-2009
• leestijd 3 minuten
Het mooiste van oktober was een wilde hamster, of eigenlijk waren het vier wilde hamsters. Ze waren in Zuid-Limburg gevangen door Gerard Muskens, een medewerker van het onderzoeksinstituut Alterra. Hij brengt ze helemaal naar Henk Luten in Velp – die is dierenarts en heeft vergunning om zendertjes te implanteren. En dan weer naar Zuid-Limburg.
Het zag er allemaal tamelijk hamstervriendelijk uit, maar ik weet het niet zeker – ik weet niet of die dieren het een leuke reis vinden, ik weet niet of die dieren een zendertje in de buik niet voelen zitten. Maar ik weet wel dat zo’n bezoek aan de dierenarts een uitgelezen kans is om ze eens goed te bekijken. En ik moet zeggen: ik werd compleet overrompeld door hun schoonheid.
Ik bedoel ‘schoon’ niet alleen in de zin van proper (want dat waren ze ook, brándschoon), maar vooral in de zin van mooi – wat een mooie dieren.
Had ik iets anders verwacht dan? Ik weet het niet, misschien waren ze in mijn voorstelling toch een beetje bezoedeld geraakt door controverses die er, geheel buiten hun schuld natuurlijk, rond deze dieren zijn geweest, het moddergooien tussen voor- en tegenstanders van de wilde hamster, én tussen voorstanders onderling.
Hoe dan ook, daar stond ik oog in oog met mijn eerste wilde hamster. Hamsterwangetjes, hamsteroogjes, hamsteroortjes en vooral die verrukkelijke kleurcombinatie van het als een ruime badjas omgeslagen hamstervachtje (wat wit, verschillende tinten bruin en een gitzwart buikje), dit alles op hamsterformaat en gepaard aan hamsterbeweginkjes. Hartverscheurend mooi.
Nu kun je je afvragen wat dat is met hamsters, dat ze zo mooi zijn. Maar de vraag is eerder wat het is met ons, dat we ze mooi vínden. Want daarin staan we betrekkelijk, of misschien wel helemaal, alleen.
Je mag aannemen dat wilde hamsters belangstelling hebben voor elkaar, maar ze zien niet veel van elkaar. Ze zitten de hele dag onder de grond, ze komen pas in de schemering naar buiten en blijven dan angstvallig in de dekking van korenvelden – vandaar dat ze ook wel ‘korenwolf’ genoemd worden. Verder staan ze vooral in de aandacht van vos en buizerd, maar die zien er beslist geen schoonheid in: voor vos en buizerd is een wilde hamster niet meer dan een voorverpakt stuk vlees. Zelfs mijn hond, die toch in hoge mate vermenselijkt is, zou als hij een wilde hamster tegenkwam, maar één reactie kennen: bijten!
Angst of voldoening, verdriet, vreugde, genegenheid of woede – alle mogelijke gevoelens zijn in de natuur wijd en zijd verspreid. Maar gevoel voor schoonheid?
Er zijn tal van definities in omloop die het bijzondere van de mens moeten benadrukken. Dat is allemaal onzin, dus ik kan er best nog een aan toevoegen: de mens is een dier dat schoonheid ervaart in de natuur.
Afijn, ze gingen een voor een onder het mes, ze werden een voor een onder narcose gebracht. Henk Luten maakte het buikje open, stopte er het zendertje in (zo groot als een toffee ongeveer) en maakte het buikje zorgvuldig weer dicht. ‘Daar stel ik een eer in,’ zei hij, ‘dat je er straks niks meer van ziet.’
Daarna op de weegschaal, daarna een chip in het oor, daarna terug in zijn kooi. Het dier sliep nog. Het paste precies in de palm van mijn hand. Dus dat kwam er nog eens bij: zo zacht, onvergetelijk warm en zacht.