Vanwege zijn hoge knuffelfactor is het konijn het favoriete huisdier van 1 miljoen Nederlandse kinderen. Terwijl tamme konijnen in alle maten en kleuren voorkomen hebben hun wilde broertjes een grijsbruine kleur die experts agouti noemen. Andere kenmerken zijn een roodbruine vlek in de nek en de donkere puntjes aan de oren en de staart.
Scherpe tanden
Om grazen en hooi te kunnen kauwen gebruiken konijnen hun lange snijtanden. Deze groeien altijd door en slijten door de kauwbeweging. Wanneer het slijten niet goed gaat groeien de tanden te ver door zodat het dier niet meer kan eten en verhongert.
Efficiënte planteneter
Als echte planteneter heeft het konijn een bijzonder spijsverteringsstelsel waarmee hij de plantaardige voeding heel efficiënt kan verwerken. De darm is altijd druk in beweging. Dit is noodzakelijk voor het verteren van de vele vezels in het voedsel. Bacteriën helpen bij de opname van de voedingsstoffen. Een groot gedeelte van de vezels wordt als keutels weer uitgescheiden.
Zuinig met voedsel
De keutels bevatten nog 10 procent voedingsstoffen die de eerste keer niet werden opgenomen in de darm. 'Zonde om weg te gooien', denkt het konijn en eet de keutels gewoon weer op. Dit gedrag heet coprofagie en is vergelijkbaar met het herkauwen bij grote grazers. We walgen van het idee maar voor het konijn scheelt het voedsel zoeken.