Klimmen voor het klimaat

Van de Gran Paradiso en de Zinalrothorn tot de beroemde Mont Blanc. Roeland van Oss gaat de komende maanden een poging wagen om alle 82 Alpentoppen, van vier kilometer of hoger te beklimmen. Met deze tocht wil hij aandacht vragen voor het klimaatprobleem in de bergen. Al tientallen jaren klimt hij in de Alpen en hij ziet nu al heel duidelijk wat de gevolgen zijn van de opwarming van de aarde. Gletsjers verdwijnen waar je bij staat. Vlak voor zijn vertrek schuift Van Oss aan bij Vroege Vogels.

Met de reis wil hij niet alleen aandacht vragen voor de opwarming van de aarde. Hij wil ook laten zien dat je bergen kunt beklimmen met een minimale voetafdruk. Zo reist hij met de trein, gebruikt hij de fiets voor de verplaatsingen en maakt hij zo min mogelijk gebruik van liften. Verder slaapt hij in hutten en tenten en hij eet vegetarisch.

Tijdens zijn tochten door de bergen ziet Van Oss ook dat er veel rotzooi onderweg blijft liggen. Wandelaars en bergsporters laten nogal eens wat rommel liggen. Op sommige bergen worden zelfs heuse schoonmaakexpedities gehouden om al het afval op te ruimen. Een ander probleem is de menselijke ontlasting. Uit onderzoek blijkt dat in 2007 op de Kilimanjaro zeker 9000 kilo poep en een half miljoen liter urine achterbleef.

Een Nederlandse stichting probeert sinds enkele jaren iets te doen aan o.a. het afvalprobleem. Gerard van Laar richtte de stichting Clean Climbers op. Het doel is om de klimsport duurzaam te maken. Met vrijwilligers rapen ze op verschillende route het zwerfvuil op. En verder probeert de stichting ook de benodigdheden van de klimmers te verduurzamen, te beginnen bij het schoeisel.