Van sommige soorten vogels wordt verwacht dat ze achteruit gaan door effecten van klimaatveranderingen, en andere soorten juist vooruit. Onderzoekers hebben nu aangetoond dat deze patronen daadwerkelijk plaatsvinden en zelfs goed voorspelbaar zijn voor het Noordelijk halfrond. Een internationaal team van wetenschappers, onder andere van Sovon Vogelonderzoek Nederland en de Radboud Universiteit Nijmegen, publiceerden hun resultaten 1 april in het tijdschrift Science.
Het onderzoeksteam, onder leiding van de Durham Universiteit in Groot-Brittannië, heeft een klimaatindicator ontwikkeld die het uiteenlopende lot van vogelsoorten aangeeft als reactie op het veranderende klimaat. Als basis gebruikten de onderzoekers telgegevens van 145 vogelsoorten uit Europa die gedurende 30 jaar (1980-2010) zijn bijgehouden en gegevens van 380 vogelsoorten uit Noord-Amerika.
Nederland en Noord-Europa
De onderzochte soorten zijn bovendien een goede afspiegeling van de totale vogelbevolking want het betreft algemene soorten. Zo nemen in Nederland de spotvogel en de matkop af. Deze soorten nemen daarentegen in Noord-Europa toe. Voor andere soorten, zoals de bijeneter en de cetti’s zanger, verbeteren juist de klimatologische omstandigheden in Nederland. ‘Het onderzoek levert ons een goed bruikbare indicator op om de effecten verder op de voet te kunnen volgen, ook in relatie tot internationaal klimaatbeleid’, aldus Ruud Foppen, onderzoeker bij Sovon.
Duizenden vrijwilligers
De Nederlandse gegevens zijn afkomstig uit het Broedvogel Monitoring Project van Sovon, waaraan in de loop der jaren duizenden waarnemers een bijdrage hebben geleverd. Dankzij het omvangrijke samenwerkingsverband met buitenlandse zusterorganisaties konden de telgegevens nu in een internationale context geanalyseerd worden.